Het ritmegevoel van uitgestorven vogels
Het jaar daarvoor, in 2005, had Meric Long in zijn eentje zijn eerste plaat ‘Dodobird’ uitgebracht. Onder diezelfde naam stond hij in en om zijn woonplaats San Francisco op het podium. Als singer-songwriter combineerde hij akoestische gitaar met loops en keyboards. Door een gemeenschappelijke vriend leerde hij de uit Santa Cruz aangespoelde drummer Logan Kroeber kennen, die actief was in een aantal metalbands van de meer progressieve soort. Hun samenwerking leidde na urenlange improvisaties tot het in 2006 verschenen album ‘Beware of the Maniacs’ onder de naam The Dodos. Een naam die ze trouwens cadeau kregen van tourgenoten Peter And The Wolf. In 2008 verscheen dan de veelvuldig geprezen opvolger ‘Visiter’.
Ondanks hun totaal verschillende achtergrond hebben Long en Kroeber elkaar muzikaal helemaal gevonden. Zelf lijken ze de verschillen in muzikale voorgeschiedenis niet erg belangrijk te vinden. Ze worden er in elk geval niet graag op gewezen. Long erkent dat hij eerder inderdaad een meer traditionele songwriter was, maar voegt er meteen aan toe dat ze met The Dodos steeds meer een echte groep worden. “Ik weet niet meer wat ik dacht toen ik solo optrad. (lachend) Maar nu ben ik uit de kast, om het zo te zeggen. In de muziek die ik samen met de groep maak, is gelukkig ruimte voor meningen en invloeden van anderen. Zo jutten we elkaar op om tot nog betere muzikale resultaten te komen.”
Kroeber wijst op de vele overeenkomsten tussen hen beiden. “Natuurlijk zijn er grote verschillen, ook qua karakter, tussen Meric en mij, maar ik denk dat de punten waarop we elkaar vinden veel belangrijker zijn. Dat we om dezelfde dingen kunnen lachen, bijvoorbeeld. En het allerbelangrijkste: dat we elkaar aanvullen. Ik voel me als drummer nu veel vrijer. In deze groep kan ik veel meer mijn muzikale ei kwijt dan in de bands waarin ik hiervoor speelde.”
Ewe
Het geluid van The Dodos is gebaseerd op ritme en harmonieën. Meest opvallend zijn de ritmes die Long met zijn bijzondere gitaarspel tevoorschijn tovert en de afwijkende drumtechniek van Kroeber. Het bleek een natuurlijke evolutie te zijn toen ze samen muziek begonnen te spelen.
Met een achtergrond als drummer in een paar metalbands zou je denken dat Kroeber een uitgebreide drumkit heeft. Het tegendeel is waar: hij gebruikt slechts een enkele basdrum, twee of drie toms en twee cymbalen. Dat blijkt een bewuste keuze te zijn. “Ik werd die uitgebreide drumkit een beetje beu. Je kent dat wel: dubbele basdrum, een heleboel cymbalen, een paar kleine tomdrums en dan alles altijd op dezelfde plaats neergezet. Ik experimenteer graag. Door me te beperken hou ik het voor mezelf boeiend. Ik ben wel benieuwd hoe ik nu zou zijn als drummer in een metalband, want ik heb het gevoel dat ik veel beter ben geworden.” Long merkt op dat de drumpartijen van Kroeber nog altijd de invloed van zijn verleden torsen. “Al zijn wij verre van een metalgroep, zelfs in deze context is hij nog altijd een metaldrummer.”
Dat ritme een belangrijke grondslag is voor de muziek van The Dodos blijkt ook uit de interesse die Long al lang heeft voor de drumtechnieken van het Ewevolk, oorspronkelijke bewoners uit het grensgebied van Togo, Benin en Ghana. Een techniek die hij ook een tijd bestudeerd heeft. Net als een van de artiesten aan wie hij op dit moment helemaal verslingerd is: de Amerikaanse componist Steve Reich. Diens werk heeft hij de laatste maanden eindeloos beluisterd.
Ritme dus. En ritme haalt Long ook uit zijn gitaar, door de zeer dynamische manier waarop hij haar live bewerkt en er bijvoorbeeld op slaat. De basis van zijn gitaarspel ligt in de traditionele manier van bespelen uit de countryblues en folk, met voorbeelden als John Fahey en Mississippi John Hurt. Door muziek uit andere tradities te beluisteren en te bestuderen, heeft hij daar dingen aan toegevoegd. Long deelt zijn hang naar niet-westerse muziek met Kroeber, en de invloeden ervan zijn dan ook terug te horen in het geluid van The Dodos. “Wanneer je westerse muziek zou bekijken als een grafiek, dan is ze eigenlijk vrij simpel, rechttoe-rechtaan. Terwijl bijvoorbeeld in Afrikaanse muziek de ruimtes tussen de noten ook wordt opgevuld met geluidjes. En dat maakt het juist zo interessant. Dat proberen wij ook te doen. Het is iets waar we allebei van houden.”
Gerepeteerde jam
In tegenstelling tot Akron/Family, waar ze in het verleden mee toerden, zijn de livesets van The Dodos veel meer gerepeteerd. Long vindt de benadering van Akron/Family tijdens optredens boeiend om gade te slaan. The Dodos voelen zich niet zeker genoeg om hun muziek zo los te laten tijdens optredens. “Wij houden gewoon van de structuren in muziek, zelfs in ogenschijnlijk simpele popmuziek. Hoewel, we bouwen tijdens optredens ook momenten in waarin we alles los laten. Maar ik vraag me af of het publiek die jams wel leuk vindt om naar te luisteren. Dat soort jams zie je vaak bij groepen die overmatig drugs gebruiken. En dat is fijn voor een publiek dat dat ook heeft gedaan, maar ik weet dus niet of iedereen daarop zit te wachten.”
Toch werd tijdens hun optreden later die avond in de Brusselse Vaartkapoen wel zo’n moment ingebouwd. Samen met de leden van Jennifer Gentle, het voorprogramma, werd in het afsluitende bisnummer gedurende een tiental minuten een grillige, ogenschijnlijk spontane, jam gespeeld. Een jam waarop het Brusselse publiek enthousiast reageerde. (In hoeverre dat met het gebruik van verboden middelen te maken had, hebben we niet onderzocht; dat valt buiten het officiële takenpakket van de Gonzoverslaggever.)
Speelt improvisatie bij optredens een minimale rol, het vormde wel de basis voor de nummers van hun platen. Die ontstonden voor een belangrijk deel tijdens urenlange improvisatiesessies, vaak tijdens dode momenten op tournee.
Bij de optredens na de release van hun debuutplaat ‘Beware of the Maniacs’ merkten ze dat hun livegeluid drastisch verschilde van het geluid dat ze hadden vastgelegd op die plaat. Voor de opnames van opvolger ‘Visiter’ wilden ze de sfeer van die optredens proberen vast te leggen. Long vertelt dat hun studiotechnicus John Askew daarin een grote rol heeft gespeeld. “Hij is eigenlijk een nerd op technisch gebied. Hij vindt dat een studio ook een instrument is en bespeelt hem ook op die manier. De studio waar we opnamen was een grote ruimte. Door de microfoons te verplaatsen, wilde John een zekere dynamiek creëren. Soms kwam hij tussen twee opnames door een microfoon vijf centimeter verplaatsen om een ander geluid te hebben. Een verschil dat enkel hij hoort, maar goed. Toch gingen de opnamesessies vrij vlot. De meeste dingen werden haast semi-live, in slechts een paar takes, opgenomen.”
Aan het eind van het interview gaat het nog even over de politieke situatie in hun thuisland (dit interview werd kort na de verkiezing van Barack Obama afgenomen, red.). Zoals het nummer ‘God ?’ op het album al aangeeft, hebben ze niet echt iets met religie. Ze hopen dan ook dat er geen gebedsstondes meer worden georganiseerd in het Witte Huis. Maar ze hopen vooral dat er dingen zullen veranderen. Volgens Logan Kroeber wacht Obama een zware taak. “Hij moet de grootste rommelhoop van de laatste honderd jaar opruimen. Ik wil niet alle werk op zijn schouders leggen, zolang hij het maar probeert, is het voor mij al beter dan de vorige jaren.” Meric Long kijkt ook hoopvol naar de toekomst. “Het kan alleen maar beter worden.”
Meer info
Discografie
The Dodos – Beware of the Maniacs (Aquarius Records, 2006)
The Dodos – Visiter (French Kiss Records, 2008)
WWW
www.myspace.com/thedodos
Gonzo (circus) blogt over The Dodos op Pukkelpop
www.youtube.com/watch?v=YhLRxui7vXU (Officiële video van het nummer ‘Fools’)
3voor12.vpro.nl/speler/ondemand/39736842 (Behind Closed Doors-sessie in Paradiso, Amsterdam)
www.stubru.be/programmas/select/dodosinterviewensessie (Interview en sessie voor het programma Duyster van Studio Brussel)