Fire! Orchestra CBA kids - (c) Geert Vandepoele

Summer Bummer – Dag 1

Ah, Summer Bummer. Het door Sound in Motion georganiseerde festival is ondertussen alweer aan zijn negende editie toe, de tweede in Trix. Je weet ondertussen wel dat je het puikje van geïmproviseerde muziek mag verwachten, maar je weet ook dat je toch weer verrast zal worden wat daar allemaal onder kan vallen: van de oervorm van het trio, tot een gamelanorkest dat wellicht de ingehuurde vrachtwagen qua gewicht ver in het rood doet gaan en een orkest samengesteld uit twintig acht- tot twaalfjarigen. Veel Scandinaven en Belgen natuurlijk, maar ook delegaties uit Brazilië, Frankrijk, Amerika en Groot Brittannië.

VRIJDAG 30 Augustus

Fire! Orchestra CBA Youth

In 2016 nodigde Sound in Motion Fire! Orchestra al eens uit. Tijden zijn veranderd en een orkest dat tot dertig leden de wereld laat rondreizen is ondertussen – ecologisch én economisch – een krachttoer die niet meer van deze tijd is. Dus vervelde het door Mats Gustafsson en Johan Berthling geleide monsterorkest met de tijden mee tot Fire! Orchestra CBA (Community Based Action), om met een beperkte bemanning van Vikings samenwerkingen aan te gaan met lokale muzikanten én muzikanten die toch al in de buurt waren, omdat ze op hetzelfde festival geprogrammeerd staan. Een week lang repeteerden Gustafsson en co (Anna Lindal op viool, Mats Äleklint op trombone, Berthling op bas, Mads Forsby op drums en Alexander Zethson op toetsen), de eerste helft van de week met de volwassen muzikanten, en vanaf donderdagochtend met twintig muzikantjes tussen acht en twaalf jaar oud. Een kleine disclaimer tussendoor: ondergetekende functioneerde bij die repetities als tolk, en één van de twintig was mijn dochter. Veel objectieve gedachten hoeft u in dit deel van het verslag dus alvast niet te verwachten.

Showtime: Gustafsson stuurt zijn maxi-mini-orkest – naast de reeds genoemde volwassen leden: twee violen, één cello, twee fagotten, drie dwarsfluiten, vijf klarinetten, twee saxofoons, een hoorn, twee trompetten, een trombone en een drum – quasi met dezelfde handgebaren waarmee hij dertig uur later zijn volwassen orkest zal aanvuren.

Drie tracks zal het orkest brengen: ‘The Dark Inside Of Cabbage’ van de laatste, met Steve Albini opgenomen Fire!-plaat, ‘Exit Part 1’ van de eerste Fire! Orchestra plaat en een nog ongetitelde track, die voor de kinderen de titel ‘De Hark’ meekrijgt. Als bis krijgen we nog ‘Cala Boca Menino’ van João Donato geserveerd. Allemaal nummers gebaseerd op simpele riffs, waarover de ene na de andere muzikant, op aanwijzen van Gustafsson soleert, dan wel in groep een voorafgesproken riff uitvoert. Wat opvalt is dat de kinderen in opperste concentratie de aanwijzingen opvolgen – als Gustafsson de armen in jouw richting kruist begin je een solo, een gebaar naar een groepje blazers zet een riff in en een hakgebaar doet de hele groep een dissonante noot naar keuze spelen. Dat geen enkele van de aanwezige muzikanten ook maar de minste aarzeling toont bij het aangaan van die solo, mag een klein wonder heten, aangezien de zaal tot de nok vol zit. Natuurlijk hoorden we geen twintig geniale solo’s die de eeuwigheid zullen ingaan, maar door de groove – neergezet door de drummers en Berthling, maar regelmatig ook door alle muzikanten tesamen – werd het wel een concert dat de ‘och kijk hoe schattig’-factor niet nodig had om te beklijven. En, veel belangrijker, we zagen twintig kinderen die op anderhalve dag geleerd hebben dat musiceren ook zonder bladmuziek onversneden plezier kan opleveren.

Na afloop komt Gustafsson buiten zinnen van geluk naar ons toe: ‘Man, sommige van die solo’s deden me huilen terwijl ik aan het dirigeren was. Er waren er twee bij waarvan ik wilde dat ik ’t zelf gekund had. Dit is waar ik dit voor doe.’ Voilà, zo hoeft u het niet van ondergetekende aan te nemen .

Nils Vermeulen – Heidi Kvelvane – Tollef Østvang

Sound in Motion heeft zijn naam niet gestolen: de vzw achter Summer Bummer zet dingen in gang. Niet alleen begeleiden ze veel jonge Belgische artiesten bij hun eerste stappen, maar achter de schermen worden ook internationale banden aangehaald. Zo ontmoetten saxofoniste Heidi Kvelvane en bassist Nils Vermeulen mekaar op Summer Bummer 2023, waar Kvelvane als gast bij Han Bennink en Terrie Ex aantrad en Vermeulen zijn eigen Nemø Ensemble kwam voorstellen, maar ook met Martin Küchens Angles de première van ‘The Death Of Kalypso’ vormgaf. Tøllef Ostvang zagen we al in 2014 op een Oorstof-podium, toen hij met Universal Indians samenspeelde met Joe McPhee. Vier jaar later speelde Østvang ook in de band waarmee jaimie branch voor het eerst op Belgische grond speelde, ook al een organisatie van Oorstof.

Vermeulens solowerk en de projecten die hij als bandleider opzet, zijn doorgaans redelijk cerebraal te noemen. Maar in dit trio met Kvelvane en Østvang liet hij zien dat er ook een behoorlijk visceraal bassist in hem schuilt. Østvang bedient zich gretig van allerlei bellen en percussieslierten die aan een statief bevestigd zijn. Vermeulen duikt nu eens mee in de chaos, en speelt dan weer in dienst van Kvelvane. Voor het tweede stuk worden meer cerebrale sferen opgezocht, met lage drones op sax en bas en Østvang die met maletten drumt. In de finale haalt Østvang vederlichte magie uit zijn cymbalen en bellen, terwijl Vermeulen een knettersnelle lijn uit zijn bas hamert en Kvelvane licht-Coltrane-eske op-en-neergaande lijnen neerlegt. De basrol en die saxlijnen worden stelselmatig gedeconstrueerd tot er quasi niets meer overblijft. Mooi!

Lia Kohl

Next up: Lia Kohl, een celliste uit Chicago die heeft samengewerkt met Makaya McCraven, Steve Gunn, Circuit des Yeux, Steve Hauschildt en claire rousay. Kohls soundscapes en drones zijn zo zacht dat je het publiek hoort ademen. Geduldig bouwt ze met modemgeluidjes, belletjes en tsjirpende vogels, laag over laag, vooral in de hogere frequenties. Pas halverwege de set voegt ze aan die secuur opgebouwde soundscape ook haar licht melancholische cellogeluid toe. Voor haar tweede stuk vertrekt Kohl van straatgeluiden, synthtonen en (deels vooropgenomen) cello. In Kohls opbouw neemt geen enkel element de overhand: de soundscapes hebben altijd een gelijkwaardige rol aan de cellopartijen. Een mooi rustpunt aan het begin van het festival.

Lia Kohl - (c) Geert Vandepoele
Lia Kohl – (c) Geert Vandepoele

Rachel Musson – Mark Sanders – Olie Brice

Acht concerten per dag lijkt weinig, maar Summer Bummer begint doorgaans pas om vier uur en kent een bijzonder strak tijdsschema, en dus kwam ons dipje vroeg dit jaar. Een heerlijke tofu-sandwich – het kàn, op Summer Bummer – bracht snel soelaas, maar kameraden die aanschuiven sla je ook niet zomaar van je af, dus moeten wij u in het ongewisse laten over wat het sax-drum-bas-trio Rachel MussonMark SandersOlie Brice ervan bakte. In de wandelgangen achteraf hoorden we alleszins dat de afwezigen ongelijk hadden. Our loss.

Ensemble Nist-Nah

Toen we Will Guthrie voor het eerst aan het werk zagen, speelde hij een drumsolo die wonderlijk resoneerde in de metalen buik van het schip waarop dat concert plaatsvond. Daar moesten we vanavond meteen aan terugdenken. Tegenwoordig tourt Guthrie namelijk met Ensemble Nist-Nah, een negenkoppig gamelan-ensemble, dat vanuit Frankrijk is gekomen met een vrachtwagen vol gamelan-verwanten. Bij het begin van het concert waarschuwt Guthrie dat ze niet pretenderen om gamelanmuziek te spelen, dat dat genre as such eigenlijk niet eens bestaat, omdat de muziek in alle uithoeken van de Indonesische archipel anders klinkt. Het ensemble had zijn instrumentarium opgesteld in de club – een kamerbrede constellatie van gamelans, cymbalen en gongs van alle maten en vormen, met toevoeging van Guthries reguliere drumset. Het opzet ziet er spectaculair uit, en dan moest het concert nog beginnen. Met je ogen dicht vergeet je onmiddelijk dat je naar akoestische muziek aan het luisteren bent, want Ensemble Nist Nah is ritmisch zo strak als Kraftwerk, terwijl de overtonen wild alle richtingen uitcirkelen. De eerst gebrachte nummers klinken nog redelijk etherisch-meditatief, maar bij het derde nummer trekken de negen muzikanten alle registers open, voor wat wel een op hol geslagen gamesoundtrack lijkt: trippy spul! De grootste gongs – achteraan het podium opgesteld, worden door liefst drie muzikanten bediend: ééntje die slaat, de andere twee dempen. Guthrie zelf verdeelt zijn tijd tussen zijn drums en de gamelans. Daarna wordt er weer klein gegaan, waarbij uit de overload aan boventonen telkens weer nieuwe geluiden tevoorschijn komen – we zouden gezworen hebben dat er een oehoe in de bovenzaal van Trix mee-oehoe’de. Hoogtepunt.

Ensemble Nist-Nah - (c) Geert Vandepoele
Ensemble Nist-Nah – (c) Geert Vandepoele

Ensemble Nist-Nah 2 - (c) Geert Vandepoele
Ensemble Nist-Nah – (c) Geert Vandepoele

Ensemble Nist-Nah 3 - (c) Geert Vandepoele
Ensemble Nist-Nah – (c) Geert Vandepoele

Cel Overberghe – Ornella Noulet – Adia Vanheerentals

Summer Bummer heeft altijd goed zorg gedragen voor internationale én lokale baanbrekers. Zo hebben ze Fred Van Hove een schone fin de carrière geschonken, en zijn ook legendes als Peter Brötzmann en Joe McPhee altijd goed verzorgd.

Cel Overberghe – 87 ondertussen – was in de jaren 1960 en 1970 een trouwe compagnon (en schoonbroer) van Van Hove, maar heeft sindsdien niet de internationale renommée opgebouwd van die laatste. Mogelijk een gevolg van Overberghes hoge renaissancegehalte: de man is naast zijn muzikale praktijk altijd blijven schilderen en poëzie schrijven.

In het verleden koppelde Sound In Motion Overberghe al aan Niels van Heertum en Joe McPhee, en recenter zetten ze de man in duo met de jonge Antwerpse Adia Vanheerentals, die zopas nog haar solodebuut uitbracht bij Ultra Eczema. Dat duo werd vandaag uitgebreid met de française Ornella Noulet, die in 2023 het festival mocht openen aan de zijde van Ferdinand Lezaire.

Het drietal bedient zich grotendeels van hun sopraansaxen, met Vanheerentals en Noulet die af en toe naar de alt grijpen. Ze vangen zacht aan, met veel luchtgeluidjes in de rieten, maar al snel wordt de sfeer frivoler. Als Overberghe aan een solo begint, komen daar veel blafjes en kreetjes aan te pas. Later in de set gooit hij er, met zichtbaar plezier, een flard ‘Summertime’ tussendoor. Noulet gaat voor haar solopassage hard en droog, met veel oversturing, waarop Vanheerentals met een tussenkomst op meer zalvende toon de set weer in zijn plooi legt. Al die tijd zie je achter de grijze baard van Overberghe, beetje bij beetje het jongetje van weleer tevoorschijn komen. Wanneer uiteindelijk het eindapplaus in ontvangst genomen mag worden, heeft dat jongetje de aandoenlijkste glimlach op zijn gezicht die we in jaren op een podium zagen.

Cel Overberghe, Ornella Noulet, Adia Vanheerentals - (c) Geert Vandepoele
Cel Overberghe, Ornella Noulet, Adia Vanheerentals – (c) Geert Vandepoele

Cel Overberghe, Ornella Noulet, Adia Vanheerentals - Adia Vanheerentals - (c) Geert Vandepoele
Cel Overberghe, Ornella Noulet, Adia Vanheerentals – Adia Vanheerentals – (c) Geert Vandepoele

Evan Parker – Barry Guy – Paul Lytton

Overberghe was niet de enige levende legende op de vrijdagavond. Evan Parker, Barry Guy en Paul Lytton gaan ook al sinds de late jaren 1960 mee. In vergelijking met Overberghe zijn de drie hooguit lichtgrijze piepkuikens – Evans mag dan wel net tachtig geworden zijn, Lytton en Guy zijn nog flukse zeventigers. Nog voor er een noot gespeeld is zet Evan Parker de sfeer met een dankwoordje aan Rachel Musson, wier saxofoon hij voor de gelegenheid mag lenen, en tegelijkertijd deelt hij een stevige maar amicale diss uit naar de organisatie: de saxofoon die voor hem gehuurd werd, liet stevig te wensen… Na die licht norse opener krijgen we wél gewoon een set die al het verhoopte biedt. Vooral Barry Guy straalt brute kracht uit – vanop de rug bekeken, lijkt het soms alsof hij die contrabas in twee probeert te breken in plaats van er noten uit te halen. Paul Lytton switcht dan weer tussen hyperintens en vederlicht spel, aan de andere twee trekkend zoals de maan dat met de oceaan doet. En Evans, tsja, die ademt zich nog steeds moeiteloos minutenlang door een circulaire krachttoer heen. En als hij dan na een korte pauze met een verstilde passage invalt, is dat zo mogelijk nog adembenemender. Dit trio deed alles wat je van een bas-sax-drums-trio verwacht, maar ze doen het wel al langer en beter dan wie dan ook.

Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton 2 - (c) Geert Vandepoele
Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton – (c) Geert Vandepoele

Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton - Barry Guy - (c) Geert Vandepoele
Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton – Barry Guy – (c) Geert Vandepoele

Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton - Evan Parker - (c) Geert Vandepoele
Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton – Evan Parker – (c) Geert Vandepoele

Liminal Rites: Alison Chesley, Steve Marquette

Naar goede gewoonte is er ook dit jaar weer een mooie delegatie uit Chicago aangespoeld. Als we bij Liminal Rites binnenstappen, zijn Alison Chesley (beter gekend onder haar pseudoniem Helen Money) en Steve Marquette (The Few, Ken Vandermarks Marker) verwikkeld in een uit cello en gitaardrone opgetrokken geluidsmuur. Al snel smokkelt Marquette daar via zijn grote Gibson jazzbox een portie subtiele gothic americana country blues naar binnen. Voor de finale trekt Chesley nog een groot blik van de vuilste fuzz open, waar ze kwistig haar cellogeluid mee lardeert. Een uitstekend geprogammeerde afsluiter van een sowieso al behoorlijk eclectische festivaldag. Op naar morgen!

Liminal Rites - Alison Chesley, Steve Marquette - (c) Geert Vandepoele
Liminal Rites – Alison Chesley, Steve Marquette – (c) Geert Vandepoele
Liminal Rites - Steve Marquette - (c) Geert Vandepoele
Liminal Rites – Steve Marquette – (c) Geert Vandepoele

Liminal Rites - Alison Chesley - (c) Geert Vandepoele
Liminal Rites – Alison Chesley – (c) Geert Vandepoele
tekst:
Stijn Buyst
beeld:
Fire! Orchestra CBA kids - (c) Geert Vandepoele
geplaatst:
vr 6 sep 2024

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!