Bassist Fred Lyenn, drummer Steven Cassiers en gitarist Bert Dockx verzinnen als Dans Dans nog altijd samen muziek, ook al is ‘Sand’ ondertussen een half decennium oud. In die tijd maakte het trio vier platen, maar voor hun nieuwe schijf namen ze dus de tijd. Prutsen aan het DNA van de band deden de drie niet, wel lieten ze de verse nummers veel langer rijpen. Gevolg: ook deze lp staat vol mengelingen van ambient, blues, jazz, psychedelica en eigenzinnige rock, maar die smaken zodoende nóg beter. Dat er op dit stuk vinyl geen bewerkingen van andermans werk meer staan is daarvoor een non-argument, want de roots van Dockx liggen in de jazz, en daar is een plaat vol ‘covers’ niet minder waard dan één met eigen songs. Wel een geldige reden waarom ik dit de beste Dans Dans vind, is dat ‘Zink’ beklemmender en exotischer klinkt dan bijvoorbeeld ‘3’. ‘Naiad’ is in het begin traag, mijmerend. En vaart dan de wateren van boze postrockers in: dat gitaarkabaal! Ook ‘Blue Silver’ lijkt vintage Dans Dans totdat een elektronisch, Autechre-achtig geklik onder je huid kruipt. Daarmee vergeleken is ‘Shell Star’ met dat Tony Allen-ritme haast vrolijk. En door die stemsample leg ik een link naar ‘Moonlight In Glory’ van David Byrnes en Brian Eno’s magistrale plaat ‘My Life In The Bush Of Ghosts’. Cassiers kijkt trouwens wel vaker verder dan zijn neus lang is: ook in ‘Anemone’ komen de rikketikkende trommels van ergens onder de evenaar. Als dat dartele nummer verdampt in een synth- en gitaarwaas, is dat benauwende er opnieuw. En die donkerte klauwt weer om zich heen als Lyenn in ‘Ravine’ iets naargeestigs uit de vingers tovert. Natuurlijk klinkt Dans Dans vooral als zichzelf, maar die baslijn doet denken aan een slome versie van die van Radioheads ‘Ful Stop’.