Weekender Festival - Systemet en Lead

Weekender Festival is méér dan een zoethoudertje

De gloednieuwe driedaagse in Sankt-Vith toont dat je met minder programma en meer ruimte voor verpozing net zoveel kwaliteit kunt leveren.

Geen Meakusma Festival tot in 2024, want na de tour de force van vorig jaar volgend op een reeks tegenslagen, was het tijd voor wat rust en bezinning binnen het Meakusma-team. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan, want met Weekender Festival krijgt Ostbelgien nóg een experimenteel muziekfestival, dit keer in Sankt-Vith, een stadje van om en bij de 10000 inwoners. Kleiner dan Eupen dus. Aan zalen en fijne concertplekken echter geen gebrek: liefst acht locaties doen dienst als podium. Meteen een kanttekening: bij zeker de helft daarvan is die functie behoorlijk vrijblijvend. Op veel momenten lijkt Weekender een ‘rustig-aan-jaartje’ te zijn voor zowel organisatie als publiek.

Weekender Festival AJ 230826 272764 websize 1
Weekender Festival – (c) Ashley Joanna

Zowel de grote zaal van het megalomane conferentiecentrum Triangel, de gezellige achtertuinen van zowel DIY-cultureelcentrum Kuckuck als de Waldbaden-eettent en het oude postkantoor Alte Post – de meest Belgische locatie die je je kunt inbeelden – zijn vooral hang- en vibeplekken voor netwerkende hipsters en DJ’s die fraaie plaatjes draaien. Aardig, maar ook niet veel meer. Als er al een live-act is, gaat het helaas een beetje op in de soep van gezelligheid. Een zo’n slachtoffer is Aroma Von Troisdorf op zaterdagavond. Gevalletje ongelukkig geprogrammeerd, al zullen de vele generieke tekstjes in het programmaboekje ook niet geholpen hebben, want bij veel acts was lang niet duidelijk wat het publiek kon verwachten.

Ongedwongen kwalitatief

En toch: in met name Kino Korso krijgen we concerten voorgeschoteld die ook in grand cru-edities van Meakusma uitzonderlijk zouden zijn geweest. De gezellige zaal in een lekker ouderwets filmhuis is voorzien van een uitstekende PA en bizar comfortabele stoelen. Doe daar nog een kolossaal projectiescherm bij, en je weet dat een betere context voor cerebrale muziek eigenlijk onmogelijk is. Geen afleiding, amper verloop, geen praatpubliek: dat is in de zalen van het Alter Schlachthof wel eens anders geweest. Maar genoeg vergelijkingen met het grote zusje van Weekender. Vanaf het eerste uur wordt immers duidelijk dat dit festival misschien wel een blijvertje is. De intenties van Dan Nicholls – officieuze artist in residence van het weekend – illustreren dat ook. Hij heeft er met zijn gezin een weekend van gemaakt. Partner Louise Boer neemt de fraaie visuals voor haar rekening tijdens Nicholls’ soloset op zaterdag én bij zijn concert met het Clay Kin-trio (waar ook drummer Julian Sartorius bij speelt) een dag eerder. Met dat improvisatie-trio zorgt de Brit al vroeg voor een van de hoogtepunten van het weekend. Nicholls’ chemie met Sartorius is geweldig. Moeiteloos weten ze een uur, inclusief improvisatie-toegift, te vullen en geen moment te vervelen. Andrea Belfi weet naadloos aan te sluiten bij de set van Clay Kin, al is zijn insteek het tegenovergestelde. Zijn huidige set-up is ambitieus en doorspekt van elektronische sporen die meelopen en regelmatig live bewerkt worden of interageren met Belfi’s percussie. De foutmarge is zo goed als nihil; Belfi volbrengt zijn missie evenwel met glans. Helaas in een matig gevulde Kino Corso, want MC Yallah & Debmaster blijken een stuk populairder. Na hun set is het vet wel van de soep in Triangel. Ondanks verwoede pogingen van de twee enthousiaste emcees, zeer dansbare retrofuturistische Detroit-beats en een bemande spotlight in de nok van de enorme zaal weet Hitech het publiek nooit echt op te zwepen. Niet zo moeilijk, als de helft van dat publiek buiten staat te roken en bij te kletsen en die zaal überhaupt veel te groot is voor zo’n kleinschalig festival. Het is een beeld dat zich vaak zou herhalen.

WEEKENDER FESTIVAL
Weekender Festival – Systemet en Lead – (c) Ashley Joanna

Doe maar minder, a.u.b.

De meest herkenbare plek van Sankt-Vith is een van oorsprong 14e eeuwse plompe toren van zo’n vijftien meter hoog. Op het dak krijgen we met een collaboratie tussen Systemet en Lead een impromptu ‘lowercase ambient’-set waar men indien gewenst drie uur lang in kan duiken. Door het vele verloop van het publiek annex toeristen die gewoon vrij de toren in kunnen, kiezen we lukraak voor toch maar weer een Kino Corso-set. De gok loont, want het Oostenrijkse duo Ressi/Benes tekent voor een van de meest memorabele sets van Weekender. Het begint als een soort memecore: klarinettist Szilard Benes laat de computer van Christof Ressi reageren op zijn klanken met bekende gifjes en korte fragmenten die via onze populaire cultuur een ruimere gedeelde betekenis hebben gekregen. Het leeuwendeel van de set wordt evenwel besteed aan een Benes die met hulp van een bewegingssensor en opnieuw zijn klarinetkunsten een onmogelijk videospel moet spelen. Ressi grijpt af en toe deus-ex-machina-gewijs door glitches en kleurenfilters in het spel te gooien die mensen onder invloed van drugs gillend de zaal uit zouden hebben gejaagd. Goed dat die er niet zijn; ook hier is het publiek eerder dun bezaaid. Niet dat we daar veel last van hebben in Kino Corso. Net zo goed is soms een uurtje wachten tussen twee optredens (lees: blijven hangen in Kino Corso) een welkome adempauze die de mentale verwerking van concerten bevordert. Kortom: doordat het programma op Weekender veel meer kan ‘ademen’ in vergelijking met de boutiquefestivals die we in onze contreien gewoon zijn, landen de concerten ook veelal beter.

Kino Corso
Weekender Festival – Kino Corso – (c) Ashley Joanna

Verlowlandisering

De kwaliteit van concertlocaties is net zo belangrijk. Naast Kino Corso is de kleine zaal van Triangel een uitstekende plek voor liveconcerten. Of beter: voor bandjes. Met de dubbel PruillipBar Italia weet Weekender te verrassen. Het Antwerpse duo is wel erg schatplichtig aan BIG|BRAVE, maar overtuigt zonder meer. Het Londense Bar Italia is zelfs ‘headliner’ van Weekender en brengt gesmaakte nummers die wijzen op een grote toekomst, en vooral eentje op de grotere festivals. Maar hype of niet, van de volle zaal aan het begin van hun set blijft aan het einde maar weinig meer over. Net als op steeds meer festivals is de werkelijke hoofdact vooral het publiek zélf. Nee, ook Weekender ontsnapt niet aan de verlowlandisering. Dit wordt verder geïllustreerd door wat er zich in de grote zaal van Triangel afspeelt: een enorm verloop van publiek, veel gepraat en uiteindelijk een gekke mix van Weekender-bezoekers en de lokale uitgaande jeugd die een los zaterdagavondkaartje kon kopen. Maakt niet zoveel uit wie er draait en wat er wordt gedraaid. Weekender weet wat het volk wil. Maar: het weet ook wat de muziekliefhebber wil. Net door een paar bands te programmeren die buiten de comfort zone van zo’n festival vallen (of omgekeerd, het is maar hoe je het bekijkt), komen andere artiesten en genres beter binnen.

Weekender Festival AJ 230825 272352 websize
Weekender Festival – (c) Ashley Joanna

Trillende lucht

Toegegeven: Weekender mag dan al meteen op eigen pootjes staan, het formulaïsche karakter van zo’n festival valt moeilijk te vermijden. De omgeving sméékt er ook naar: volop in de natuur, heerlijke rustige zondagen waarin het openbare leven stil lijkt te vallen en een kerk met een orgel. Klinkt trouwe Meakusma-gangers vast vertrouwd in de oren. Maar als het werkt, wat maakt het uit? Zondag start alvast geweldig met een performance van Lukas De Clerck (ook bekend als Bloedneus en de Snuitkever) en Vincent Kaers in en rond een broeikas aan de Vennbahn net buiten het centrum. De acht transducers die permanent in het glaswerk van de broeikas hangen (en die eerder in het weekend worden aangewend voor de installatie Presence in Distance), worden liberaal in de strijd gegooid door Kaers, terwijl De Clerck via een masker de longen uit zijn lijf blaast op twee oud-Griekse fluitinstrumenten die op hun beurt via allerlei onverwachte effecten op een kwadrofonie-PA rondom de kas worden gejaagd. Die twee geluidscirkels lijken de lucht in de directe omgeving te doen trillen. De spookachtige muziek op zo’n locatie was in het donker al helemaal te gek geweest. Maar zolang de zon schijnt, zijn dit soort buitenconcerten altijd mooi meegenomen. Zo ook de set van veteraan Frédéric Le Junter, die even verderop aan de Vennbahn een prachtige huis-tuin-en-keuken noise- en musique concrete-setup kundig aan het werk zet. Voorafgaand kregen we wellicht het beste optreden van het weekend geserveerd met Maxime Denucs semi-gerobotiseerde techno- en minimal-interpretatie van orgelmuziek in de Pfarrkirche. Soms repetitief, maar altijd onnavolgbaar, weet hij onder meer Philip Glass en Wolfgang Voigt op te roepen en het publiek te overrompelen. Een staande ovatie is het resultaat.

Weekender Festival AJ 230826 272561 websize
Weekender Festival – (c) Ashley Joanna

Gedroomde afsluiter

Met Thiago Nassif haalt Weekender nog zo’n artiest die op het eerste gehoor wat uit de toon valt. Zijn Braziliaanse funk doorspekt met bossanova en andere invloeden uit wellicht de rijkste muzikale traditie van de planeet slaat aan bij de halflege zaal, maar het trucje duurt net iets te lang. Toch valt er iets te zeggen voor Nassifs aanwezigheid op het affiche: hoewel het net als bij Bar Italia of Pruillip op zich niets nieuws is, is de manier waarop hij zijn muziek brengt dat wel. Nassif wordt geflankeerd door twee muzikanten op percussie en achter de knoppen. Het is een spaarzame maar dappere benadering. En een prima opstapje naar Dwarfs of East Agouza, ofte een gedroomde afsluiter van deze eerste editie van Weekender. Het ervaren trio put uit hun bekende recept met een virtuoze Sam Shalabi op gitaar, Maurice Louca die achter de knoppen orde op zaken stelt en Alan Bishop als briljante stoorzender. Hun set valt wat licht uit door een kapotte drumcomputer, maar dat maakt Bishop meer dan goed door voort te breien op zijn hilarische vocale improvisatie die hij halverwege het concert al was begonnen. De toegift bestaat onder meer uit Bishop die a capella Billy Pauls ‘Me and Mrs. Jones’ in de vernietiging zingt. Deze man is zonder twijfel de meest hilarische figuur uit de muzikale ondergrond.

Weekender Festival bewijst dat je met een goed gekozen programma en een partij optimale locaties even veel kwaliteit kunt genereren als met een veelvoud acts en podia. Zeker, we missen wat installaties en iets meer ‘festivalsfeer’ op een centrale locatie, maar de muzikale oogst is zonder meer op niveau. Daar kunnen veel nichefestivals in België en Nederland nog wat van leren, maar Weekender doet niet veel anders dan wat Semibreve, UH Festival of anderen elders in Europa en de wereld al doen: de programmering centraal plaatsen en alle acts zoveel mogelijk uit de verf laten komen, terwijl het publiek de mogelijkheid heeft om diverse concerten te zien zonder te verzuipen in keuzestress of overgestimuleerd te raken. Dit succesverhaal – Weekender was gewoon uitverkocht – mag wat ons betreft een vervolg krijgen. En als het volgend jaar nodig is om er tien dagen Ostbelgien van te maken met een dubbel Weekender-Meakusma, dan zijn we daar ook niet rouwig om.

tekst:
Marc Puyol-Hennin
beeld:
Weekender-Festival-AJ_230826_272694_websize
geplaatst:
di 29 aug 2023

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!