Valentina Magaletti

Flair en vernieuwingsdrang

Valentina Magaletti - (c) Louise Mason

Valentina Magaletti duikt halsoverkop in de meest bijzondere samenwerkingsprojecten, of het nu in de vrije improvisatie of in kuduro is. Haar eigen naam komt echter steeds vaker voor het voetlicht. Dit is zowel een luxepositie als een dilemma voor een bevlogen muzikant, waarbij het samenwerkingsproces heilig is. ‘Ik wil altijd ergens onderdeel van uitmaken.’

Een platenkast in huis is geen vreemd gezicht. De woonruimte in Londen vanwaaruit Valentina Magaletti belt, is echter een platenkast an sich. Iedere wand wordt bedekt door rijen muziek die de Italiaans-Britse slagwerker door de afgelopen jaren heeft gevonden. Maar waar vindt de megaproductieve Magaletti – vaste kracht in acts als Vanishing Twin, Moin, Holy Tongue, (wijlen) Tomaga en talloze andere projecten – in hémelsnaam de tijd om alles te kunnen beluisteren?
Antwoord: die tijd heeft ze niet. ‘Ik hou gewoon van fysieke objecten,’ zegt Magaletti onomwonden. ‘Een album is voor mij het perfecte format en het bevat alles wat mij interesseert. Ik zie mijn collectie meer als een dagboek dat constant wordt bijgewerkt, omdat ik zo vaak op reis ben. Ik kan een willekeurige plaat tevoorschijn halen en je precies vertellen waar die vandaan komt. Dus ja, het is mijn dagboek. Sommige mensen schrijven het op, ik verzamel platen.’
Magaletti plukt nauwgezet een handjevol recente aanwinsten tevoorschijn, gevonden in Los Angeles en het Franse Carcassonne. ‘WEBO’, een boxset van jazzdrummer Milford Graves, ‘Chronos’ van musique concréte-componist Bernard Parmegiani, ‘New Songs & Variations’ van TLF Trio, ‘Ritme Jaavdanegi’ van percussionist Mohammad Reza Mortazavi. Magaletti heeft voor ieder album een bevlogen monoloog paraat.

Dialoog
Het woord ‘monoloog’ schuurt echter een beetje als we het hebben over Magaletti’s eigen werk. ‘Ik zie muziek altijd als een samenwerkingsproces,’ zegt ze. ‘Ik zou het eerder omschrijven als een dialoog dan een monoloog. Hoe meer ik mijn muzikaliteit en mijn praktijk ben gaan ontwikkelen, hoe meer ik als individu naar voren leek te komen. Mensen vroegen opeens of ik een soloshow zou doen. Het was nooit mijn doel om de letters ‘Valentina Magaletti’ ergens op een poster te krijgen. Dat voelde ongemakkelijk. Ik wil altijd ergens onderdeel van uitmaken. Uiteindelijk dacht ik ‘Waarom niet?’ Als ik daarmee een inspiratiebron kan zijn voor andere vrouwen die willen drummen, dan wil ik dat zijn. Dus nam ik die rol uiteindelijk toch op me.’
Magaletti groeide op in de Italiaanse kustplaats Bari en wilde als kind piano leren spelen. Toen ze de videoclip zag van The Bangles’ ‘Walk Like An Egyptian’, kwam daar verandering in. ‘Collega-muzikanten roepen vaak dat ze al naar Plastikman luisterden toen ze nog maar tien jaar oud waren. Dat was in mijn geval niet zo. Veel meer dan Bon Jovi en Europe kregen wij niet binnen. In elke videoclip vond ik de drummer het coolst.’ Magaletti onthult dat er ergens een 7-inch van ‘Walk Like An Egyptian’ verborgen zit in die platenkasten vol obscuurtjes. ‘Ik draai die echt grijs met het volume helemaal omhoog!’ schatert ze. ‘Het had op mij de impact van een Crass of The Cramps. Die productie is alsof er een bom ontploft! Ik was vollédig geobsedeerd.’
Met haar gezicht aan het tv-scherm gekleefd werd één ding meteen duidelijk: de drummer leek van alle bandleden verreweg de meeste lol te hebben. Toen ze eenmaal zelf een drumkit kreeg om in de kelder mee aan te klooien, was het een kwestie van zo veel mogelijk met anderen te spelen. En dat deed ze intensief: als vijftienjarige was ze al een beetje uitgekeken op wat Italië te bieden had. ‘Als je jezelf wilt uitdagen, verbinding zoekt met andere culturen en genres, dan is dat in die omgeving bijna onmogelijk. Het is altijd dezelfde witte cis-man die jazz speelt – het voelde op een gegeven moment claustrofobisch en beperkend.’

Rolmodelloos
In Londen vond Magaletti wel haar plek. Ze ontmoette gelijkgestemden in de spacerock-groep The Oscilliation en in Tomaga, het experimentele duo dat ze oprichtte met Tom Relleen, die in 2020 overleed. ‘Toen Tom ziek was en wist dat hij zou overlijden, hebben we een heel open gesprek gehad. Hij moedigde me aan om door te gaan, om zijn nalatenschap voort te zetten. Ik voel me daardoor ongelooflijk gevalideerd; op een manier begon mijn carrière pas echt na Toms overlijden. Het is alsof hij in een nieuwe vorm bij me is, een energie die bij me blijft. Het is echter wel overweldigend, want nu hij er niet meer is, bereik ik deze ongelooflijke dingen. Ik geloof dat hij deze reis op zijn eigen manier heeft gezegend.’
De projecten hoopten zich rap op, en Magaletti ging samenwerken met namen als Nicolas Jaar, Thurston Moore, Jandek, Floating Points, Sampha en Mica Levi.
Als je Magaletti ziet spelen, snap je snel waarom zovelen met haar willen werken. Ze geeft haar spel kleur en textuur met onconventionele materialen en objecten, van microfoons tot metalen pijpen. Voor het project Batterie Fragile speelt ze bijvoorbeeld op een drumkit gemaakt van porselein. Maar ook in Vanishing Twin treedt ze op de voorgrond. Het gelaagde psychedelische bandgeluid vraagt om concentratie en nuance, maar achter haar kit draait Magaletti ongestoord haar stokjes tussen de vingers alsof ze in AC/DC speelt.

Codetaal
Flair en vernieuwingsdrang gaan bij haar dus hand in hand. Als muzikale veelvraat met kennis van stromingen en stijlen is Magaletti onverschillig over haar eigen inspiratiebronnen. Op de vraag of figuren als Charles Hayward (This Heat) en Agostino Marangolo (Goblin) invloed hadden op haar spel, reageert Magaletti resoluut. ‘Ik heb geen rolmodellen als het gaat om drummen. De openbaring voor mij was simpelweg het krijgen van mijn eigen drumstel. Als kind liep ik altijd om middernacht naar de kelder om te checken of mijn drumstel er nog stond. Toen ik eenmaal begon te spelen ging er een wereld voor me open. Natuurlijk luisterde ik veel naar muziek, maar het begon met het onderzoeken van de mogelijkheden van het instrument.’
Magaletti besefte tijdens haar research dat drums vaak een beperkende rol hebben, als louter ritmisch element. Er komt zoveel meer bij het instrument kijken: het is bijvoorbeeld algemeen bekend dat slaven uit West-Afrika drums gebruikten als codetaal om los te breken van hun witte onderdrukkers.
‘Ik begon de maatschappelijke rol van drums te bestuderen en ontdekte dat de rol van drums erg beperkend en op het conventionele gericht was. Ik vroeg me af waarom. Het deed me denken aan onze maatschappij, die eeuwig gestructureerd lijkt rond het heteronormatieve. Alles lijkt ontworpen voor koppels met kinderen. Wanneer je daarbuiten stapt, vooral in een conventionele muziekomgeving, gaat het altijd om dezelfde intense beats. Maar er zijn zoveel kanten aan dit instrument! Je kunt van ritueel naar sjamanistisch gaan, van orkestraal naar textuur. Mijn inspiratie komt van het instrument zelf.’

Onderzoek
Magaletti’s soloproject ‘A Queer Anthology Of Drums’, in 2020 uitgebracht op Takuroku, onderzoekt vrijwel al deze aspecten. Het minimalistische ‘Words I First Saw’ voelt als een ritueel, terwijl ‘Per Strada’ orkestrale stemmen met klankkleuren verenigt. Het project verkent Magaletti’s identiteit buiten haar samenwerkingsverbanden. De composities zijn kwetsbare momentopnamen waarop ze in dialoog gaat met zichzelf.
‘Mensen zeggen vaak: ‘Oh, je hebt zoveel samenwerkingen!’ Maar ik vind het eerlijker om me te engageren in een samenwerking waarbij alles gelijk verdeeld is, in plaats van een ‘Valentina Magaletti-album met getalenteerde artiesten’ uit te brengen,’ zegt ze. Dat dilemma ligt duidelijk gevoelig bij Magaletti, als artiest die zich sterk maakt voor gelijkheid en inclusiviteit. Ze vertelt dat ze in haar jongere jaren in Italië zag, dat veel muzikanten te zeer bezig waren met roem. Ook heeft ze lak aan figuren die denken dat hun drumstel Terry Bozzio-achtige proporties moet aannemen om serieus genomen te worden. ‘Ten eerste heb ik nu het geluk dat ik alleen mijn stokken hoef mee te nemen als ik reis. Op dit moment zijn mijn stokken echt mijn instrument, aangezien die specifiek voor mij zijn gemaakt. Ik heb verschillende drumkits in Londen: twee bij mij thuis, één in de studio en één in een magazijn. Maar ik ben niet gehecht aan specifieke apparatuur. Ik wil niet de persoon zijn die zegt: ‘Als ik die specifieke snare niet heb, wordt de show geannuleerd.’ Ik wil die artiest zijn die, als de stroom uitvalt, op een stoel begint te spelen en het verhaal nog steeds kan overbrengen.’

Taalbarrière
Voor Magaletti staat de integriteit van dat verhaal altijd op de eerste plaats. ‘Ik heb allerlei opstellingen, of ik nu speel met Nídia, Upsammy, of Goat. Ik doe wat het project van me vraagt.’ Van eerstgenoemde kuduro-producer was Magaletti al een tijd groot fan, dus de ambitie om met Nídia te samenwerken hing al in de lucht. ‘In 2019 speelde ik met Lafawndah in een groter project tijdens het South Bank-festival in Londen, in een samenwerking met Mica Levi en Tirzah, en Nídia deed ook mee.’ Magaletti was onder de indruk van Nídia’s duizelingwekkende producties, en dolbij dat de interesse voor een samenwerking wederzijds was. Het resultaat is het album ‘Estradas’, uitgebracht op Latency, een elektronicalabel uit Parijs dat ook de albums van TLF Trio en Mohammad Reza Mortazavi uitgaf. Het album is een mooi voorbeeld van muziek die de taalbarrière overbrugt. ‘Nídia spreekt Portugees en Frans, terwijl ik Anglo-Italiaans ben,’ legt Magaletti uit. ‘Het was betoverend om op deze manier een connectie te maken – het was love at first beat. We communiceerden via ritme, daarom bedacht ik de titel ‘Estradas’: twee straten die elkaar kruisen. We komen uit totaal verschillende achtergronden, maar hebben een diepe band opgebouwd. Ik ben er echt heel trots op.’
Magaletti benadrukt dat het bij ‘Estradas’ belangrijk was om muziek te maken die niet eenvoudig tot haar eigen of Nídia’s individuele oeuvre terug te voeren was. Het is een symbiose, waarbij de fysieke beats van Magaletti en de elektronische producties van Nídia in elkaar overvloeien. Een belangrijke schakel was de productie van Tom Halstead, haar medebandlid in Moin. ‘Tom kent mijn drumspel door en door, dus ik dacht dat hij perfect zou passen,’ licht Magaletti toe. ‘Joe Andrews en Tom zijn allebei briljante jungle- en dubstepproducers, en ze brengen die club-energie die de muziek nodig had. Ik was echt op zoek naar die rauwheid en het experimentele kantje, alles wat typerend is voor het geluid dat Nídia en ik samen maakten. Ik denk dat we dat perfect hebben vastgelegd; het album is super direct maar ook heel experimenteel.’

Verdwalen
‘Estradas’ is precies het soort samenwerking waar Magaletti energie van krijgt: alles wat je hebt in het creatieve proces stoppen en toch tot een resultaat komen dat geheel op zichzelf staat.
Met Moin, de experimentele gitaarband die ze vormt met Tom Halstead en Joe Andrews, maakte Magaletti rond dezelfde tijd het onlangs verschenen derde album ‘You Never End’. Het is een fragmentarische plaat: het spel tussen de drie bandleden wordt aangevuld met bijdragen van gastvocalisten. Coby Sey, Olan Monk en james K bewegen zich als vissen in het water door de geluiden van Moin heen. Regisseur en schrijver Sophia Al-Maria levert een prachtige spokenword-bijdrage op het ontroerende ‘Lift You’. In de intro geeft ze aan nog nooit haar stem te hebben geleend aan een muzikale compositie. Magaletti noemt het een van de mooiste nummers waar ze ooit aan heeft gewerkt.
Door de menselijke stem als uitgangspunt te nemen was er veel ruimte voor poëzie, spontaniteit en humor. Ogenschijnlijk banale momentopnamen worden op ‘You Never End’ muzikaal gekaderd. Afsluiter ‘Just Married’ bijvoorbeeld, klinkt als duistere ambientfolk, maar op de achtergrond hoor je een opname van Magaletti en haar bandleden die verdwaald zijn in een ‘chique gebouw ergens in Parijs’. ‘Ik vind het soms mooi om een ​​stedelijk dagboek te maken van wat je nu aan het doen bent. Omdat liedjes soms zo pretentieus gefilterd zijn. Nee, je hoeft niet per se de hele tijd een spreekbuis voor de mensheid te zijn.’

Altijd aan
Magaletti’s creativiteit bloeit rusteloos voort: als ze geen muziek maakt is ze onderweg, of verzamelt ze nieuwe platen en objecten. Ze verklapt bezig te zijn met een 7-inch van Holy Tongue, het dub-georiënteerde project waaraan onder meer producer Al Wootton meedoet. In Japan nam ze een plaat op met de experimentele band Goat en er is een project in de maak met Zongamin (Susumu Mukai), haar medebandlid in Vanishing Twin. Verder neemt het runnen van Permanent Draft – haar label met partner Fanny Chiarello – veel tijd in beslag. Trots vertelt Magaletti over de nieuwste Permanent Draft-uitgave: de plaat ‘Kronblade’ van de Deense percussionist Irene Bianco. Haar volgende soloplaat overweegt ze ook via Permanent Draft uit te geven, mocht ze geen geschikt label vinden.
Het zoeken naar routine zit er door de veelheid aan projecten voorlopig niet in, maar Magaletti bekommert zich er allerminst om. ‘Op een bepaalde manier is het een zegen, want een creatief leven betekent dat elke dag totaal anders is. Soms verlang je wel naar routine, omdat die constante verandering overweldigend kan zijn. Ik weet niet meer wie het zei, een beroemde jazzmuzikant volgens mij: ‘Pay me for the travel. The gig is for free.’ We zijn gewoon altijd onderweg, gaan van plek naar plek zonder ook maar iets van die plekken tot ons te nemen. Dus het complete gebrek aan routine is niet altijd ideaal. Het heeft ook invloed op je persoonlijke leven; het is moeilijk om in een relatie te zitten als je altijd weg bent. Maar tegelijkertijd ben ik een beetje manisch: mijn brein staat altijd aan en ik wil altijd iets doen.’

GC184 - Cover Gonzo (circus)

Dit artikel verscheen eerder in Gonzo #184

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!