Zes jaar heeft technoproducer Tzusing de wereld laten wachten op een opvolger voor zijn bejubelde eerste plaat ‘東方不敗’. Op zijn tweede langspeler ‘绿帽 GREEN HAT’ verkent hij, net als op zijn eerste, het thema van mannelijkheid, onder dreunende industriële techno. ‘Ik druk graag angst en onzekerheid uit in mijn muziek.’
Net als op zijn debuut vertrekt de Chinees-Maleisische producer (volledige naam: Tzu Sing Tho) op ‘绿帽 GREEN HAT’ vanuit een verhaal. Voor zijn eerste liet hij zich inspireren door een verhaal in het Wuxia-genre, van schrijver Jin Yong over een krijger die zijn mannelijk lid afhakt om zo onoverwinnelijk te worden. De nieuwe plaat vertrekt vanuit de Chinese zegswijze ‘een groene hoed dragen’. De ontstaansmythe van die zegswijze is voor Tzusing louter illustratief, aangezien in verschillende gebieden in China allerlei variaties gangbaar zijn. Het verhaal vertelt over de reizende intellectueel Li Yuanming en zijn vrouw Cifu, ten tijde van de Tang-dynastie rond de negende eeuw. Li Yaunming reisde vaak door China om met gelijkgezinde intellectuelen over poëzie te debatteren. Cifu bleef dan alleen achter. Ze voelde zich eenzaam en opgesloten en vond troost en gezelschap bij een buurman die zijn vrouw verloren was. Om haar nieuwe geliefde te signaleren dat haar man weg was en de kust dus vrij, gaf ze haar man een groene hoed. Het hoofddeksel werd een verkeerslicht avant la lettre. Maar op een dag kwam Li Yaunming vroeger thuis dan gepland en betrapte zo zijn overspelige vrouw met de buurman. Het verhaal deed al snel de ronde en werd zo een blijvend symbool voor overspel. Draag je in China een groene hoed, dan betekent dat dus eigenlijk dat je partner je bedriegt. Het is een wijdverspreid concept dat elke Chinees kent.
Pissig
Maar de oorspronkelijke focus van het verhaal gaat voorbij aan de redenen waarom Cifu het nodig vond om haar man te bedriegen. De gekrenkte eer van de man staat centraal, niet zozeer de eenzaamheid van zijn vrouw. Met de opkomst van misogyne influencers als Andrew Tate is dat ook een actueel thema. Zo krijgt de vraag wat het betekent om een man te zijn tegenwoordig een toxische invulling. Iets waar Tzusing al van kinds af aan een probleem mee had. ‘Ik werd voor het eerst geconfronteerd met het concept van de groene hoed toen mijn broer en ik thuiskwamen met een pet van het skatemerk Independent. Dat moet rond mijn elfde zijn geweest. De helft van de pet was groen. Mijn vader was furieus toen hij het zag. Voor Chinese mannen is het nog steeds een schaamtelijk en emasculerend thema, erger dan de dood,’ vertelt Tzusing. Toen hij zijn vader vertelde dat hij zijn nieuwe plaat ‘绿帽 GREEN HAT’ ging noemen, was die minstens even kwaad als toen hij zijn elfjarige zoon berispte. ‘Waarom zou je dat in godsnaam doen,’ vroeg hij. ‘Om mannen zoals jou pissig te maken,’ dacht Tzusing.
Verwachtingen
Dat tegen de schenen schoppende, rebelse karakter heeft er altijd in gezeten volgens hem. Als puber werd hij van school geschopt omdat hij een gitaar van een klasgenoot aan diggelen sloeg. Na zijn jeugd tussen Singapore en Taiwan doorgebracht te hebben, verkaste hij naar de VS om er uiteindelijk ook te studeren. Tijdens zijn verdere studies in Chicago hield hij zich liever bezig met platen draaien dan met studeren. Toen zijn conservatieve vader dat ontdekte, werd hij direct terug naar China ontboden om daar aan de strenge verwachtingen te voldoen die hem werden opgelegd. Tzusing ging naar Shanghai waar hij een succesvolle zaak in motoronderdelen startte. Maar de honger om met muziek bezig te zijn bleef. Lang verhaal kort: hij begon te draaien als resident bij de Shanghaise club Shelter, bracht een reeks ep’s en een plaat uit op labels als L.I.E.S., Bedouin en PAN en werd uiteindelijk een veelgevraagde dj.
Gegrom
Ondanks Tzusings probleem met de traditionele ideeën rond mannelijkheid, is het wel een thema dat bij hem indruk heeft achterlaten en waar hij ook nu nog mee worstelt. Hij staat sterk genoeg in zijn schoenen om zijn vrouwelijke kant ruimte te geven, maar de diepgewortelde angsten en onzekerheden blijft hij in zich meedragen. ‘In mijn muziek draag ik die angsten en onzekerheden uit,’ legt Tzusing uit. Dat hoor je ook op ‘绿帽 GREEN HAT’. De harde industriële kicks op het album worden omlijst door schrille zenuwslopende synths en agressieve distortie. Op het nummer ‘趁⼈之危 (Take Advantage)’ gebruikt hij het gegrom van het personage Daniel Plainview uit de film ‘There Will Be Blood’ als de verpersoonlijking van de duisternis in (Amerikaanse) masculiniteit.
Geboorterecht
Een opmerkelijke breuk met het vorige album is het gebrek aan traditionele Chinese instrumentatie. ‘Dat heb ik heel bewust gedaan,’ legt Tzusing uit. ‘Op een subtiele manier zijn er wel samples van Chinese instrumenten in verwerkt, maar als je niet weet waar, ga je ze ook niet vinden. Ik heb ook gewerkt met Japanse en Arabische klanken, maar ook die zitten verborgen,’ zegt Tzusing. Zijn eerste album werd hier en daar bekritiseerd omwille van het zogenaamd verhippen van traditionele muziek en het toe-eigenen van een cultuur die maar deels van hem zou zijn. Een flauwe kritiek, vindt Tzusing. ‘Wanneer kan je je een cultuur toe-eigenen? Kan een witte of zwarte man die meer dan dertig jaar de Chinese cultuur bestudeerd heeft, deze zonder kritiek overnemen? Het idee dat je automatisch ergens bepaalde rechten op hebt omdat je er geboren bent, staat me niet aan. Voor mij kan cultuur enkel evolueren door kruisbestuivingen,’ verduidelijkt hij.
Kritiek
Die overcorrigerende kritiek is misschien ook een ziekte van deze tijd. Er wordt soms te snel met de vinger gewezen als iemand bepaalde elementen van een cultuur integreert in zijn kunst. Anderzijds merk je ook dat de media er vlug bij zijn om ergens etiketten als ‘tribale techno met traditionele Chinese elementen’ op te plakken. ‘Veel mensen hebben bepaalde ideeën over hoe Chinese muziek moet klinken. Of over hoe Chinese elektronicamuziek moet klinken. Zelf als er geen traditionele elementen in verwerkt zijn, kan het nog altijd Chinese muziek zijn. Het hoeft niet stereotiep te zijn.’