Wie haar muziek al heeft gehoord, stond waarschijnlijk op een roltrap. Afgelopen jaar verzorgde Domínguez Rangel namelijk het geluid bij ‘Ruins in Reverse’ van Persijn Broersen en Margriet Lukács, in het Stedelijk in Amsterdam. Haar volgende stuk is een liedcyclus van een uur voor Dag in de Branding in Den Haag, in oktober.
Terwijl in de lange buis utopische (en dystopische) stadslandschappen uit sciencefictionfilms aan je voorbijtrokken, kwam uit vier luidsprekers het vervormde geluid van een prepared en een speelgoedpiano.Het is een ongewone setting, maar binnen het oeuvre van de Colombiaanse componiste – die in Amsterdam woont – wel logisch.
Op het moment dat ik haar spreek, heeft ze net een project afgerond met theatermaker Julian Hetzel, en is haar muziek te horen bij een videokunstwerk van Alexandra Navratil in De Appel. Eerder schreef ze een stuk voor een schommel en een cellist in een berenpak, en speelde ze met vijf leden van het collectief Monoták op stukken verwrongen metaal. Dat laatste vond plaats in de grote havenloods van kunstencentrum Mediamatic, waar Natalia een tijdlang samen met Gonzo (circus) de concertserie Echokamer programmeerde. Tegelijk schrijft ze modern-klassieke stukken voor ensemble, vol ijle, gelaagde klanken, zoals ‘Speech Perceptions’, waarmee ze in 2009 de Tera de Marez Oyens Prijs won; en in oktober gaat er dus een nieuw stuk in première in Den Haag.
Taal
Is er een gemeenschappelijke noemer voor wat ze doet, voor haar werk voor video’s en installaties en dat voor ensemble?
Natalia Domínguez Rangel: “Ja, dat denk ik wel. Het is allemaal hedendaagse muziek die is geëvolueerd naar iets in situ, een andere manier om de muziek te laten gebeuren. Daarbij gebruik ik dan niet zozeer instrumenten, maar machines en objecten. De taal is dezelfde.”
Waaruit bestaat die taal?
NDR: “Het zijn allereerst constellaties. Als ik aan muziek denk, denk ik aan constellaties: hoe je een geluid tegenover het andere zet, en zo misschien een nieuwe vorm van sonoriteit kan bereiken. Daarbij maakt het niet uit of ik bezig ben met werk voor een orkest of uit een luidspreker. En ook: lagen. Hoe je verschillende geluiden over elkaar kunt leggen, hoe je verschillende situaties kan inkleuren. Al is de taal dezelfde, de uitkomsten kunnen totaal verschillend zijn. Ik heb de laatste tijd niet veel voor ensembles geschreven, omdat het in het huidige culturele klimaat lastig is om aan compositieopdrachten te komen, en dus gaat mijn interesse nu uit naar een ander soort samenwerkingen, met een ander soort kunstenaars. En die mogelijkheden dienen zich ook aan.”
Mozart
Zo word je dus meer richting elektronica gedwongen?
NDR: “Ja, en daar ben ik blij mee. Ik kom erachter dat elektronica als een slapend monster is: elke keer ontdek ik nieuwe dingen en wil ik nog méér doen met elektronica. Niet dat ik nu wil ophouden met het componeren voor instrumenten, daar hou ik ook nog altijd veel van, maar met elektronica kan je zo ontzettend speels zijn. Ik ben nog niet zo goed in het programmeren van mijn eigen geluiden, maar ik doe het wel. En ik ga er op uit en neem geluiden op, van machines, van de trein …”
Hoe heb je het stuk voor de roltrap van het Stedelijk gemaakt?
NDR: “Toen Persijn en Margriet me benaderden, hadden ze het Requiem van Mozart in gedachten. Dat was dus voor mij een beeld om mee te beginnen. De uitdaging was: hoe vertaal je dat naar die dertig meter lange roltrap, met die eeuwige herhaling en die buis die eindeloos lijkt? Ik ben niet op de computer begonnen, maar op de piano: heb die eerst prepared, daarmee opgenomen en bewerkt, en gemixt met mijn geluidenverzameling. Het was niet gemakkelijk om het geluid goed te krijgen, vooral niet met de achtergrondruis van de roltrap, maar gelukkig kreeg ik hulp van een goede geluidstechnicus. Uiteindelijk hadden we maar vier speakers nodig voor de hele buis, boven en onder. Hoe de golven elkaar treffen in het midden, daar zit een deel van de magie in.”
Regels breken
Je hebt het over ‘constellaties’. Moet ik me dat visueel voorstellen – bijvoorbeeld zoals bij Kate Moore, wiens composities beginnen als een abstracte tekening? Of is het vooral een metafoor voor een manier van denken?
NDR: “Het is inderdaad iets heel visueels, hoe de verschillende stukjes deel uitmaken van een groot amalgaam van klank. Als ik het over constellaties heb, doel ik op het eindresultaat, niet als een melodische structuur, maar als een soort van klankmassa. Maar ik teken ook, hoor. Ik maak altijd kaarten van de muzikale structuren. Dit hier is bijvoorbeeld een partituur van een elektronisch stuk, met de verschillende lijnen in verschillende kleuren, zodat ik me kan voorstellen hoe het samen klinkt. Datzelfde doe ik voor akoestische instrumenten. En dan kleur ik het in met geluiden en zet dat om in de partituur.”
Wat ‘kleur’ betreft: sommige van je composities doen me denken aan spectralisme (een stijl van componeren die klankkleur als uitgangspunt heeft ). Bijvoorbeeld ‘Song Cycle’: dat heeft iets van Griseys ‘Quatre Chants’.
NDR: “Boeiend dat je dat zegt, maar zo zie ik het niet. Ik ben inderdaad veel bezig met klankkleur, maar ik ben daar niet strikt in, ik ga geen hele stukken vullen met microtonen. Ik reken mezelf niet tot een bepaalde school, daarvoor breek ik te veel regels.”
Handschrift
Het is een voorspelbare vraag, maar ik stel ze toch: hoe ben je met componeren begonnen?
NDR: “Ik studeerde in Bogotá geluidstechniek en productie, en ik wist dat ik iets anders wou. We moesten toen ook wel muziek maken, maar puur als opdracht. Toen kreeg ik een vriendje dat componeerde. We waren superverliefd en begonnen samen muziek te maken, ik leerde veel van hem, en toen schreef ik mijn eerste stuk voor drie drums. Dat was in 2001. Ik heb de partituur nog. (rommelt in een opbergdoos vol partituren).”
Wow, je handschrift is echt mooi.
NDR: “Ja, en ik vind het jammer dat ik daar niks meer mee kan doen, want handgeschreven scores accepteren ze nergens meer. Maar ik kan moeilijk dubbel werk gaan doen.”
Is het ooit uitgevoerd?
NDR: “Nee, dat was nou juist het probleem in Colombia. Er was wel een moderne muziekscene, maar die was niet heel groot en ik kende er de weg niet. Nu is ze wel aan het groeien en veranderen; ik was er begin dit jaar nog voor een installatie bij de tentoonstelling ‘De Subjectieve Atlas van Colombia’. Maar het is er niet zoals in Europa, dus ik besloot dat ik in Amsterdam of Berlijn wilde studeren. Het werd Amsterdam.”
Punk
Aan het Conservatorium van Amsterdam ontmoette Domínguez Rangel ook de mensen met wie ze sinds 2012 in Monoták zit: Bart de Vrees, Wilbert Bulsink, Anat Spiegel en Tom Myrmel. Monoták is een collectief van tien makers/componisten die, zoals Jan Nieuwenhuis het recent in Gonzo omschreef, ‘samen samenstellingen samenstellen’ – vaak op ietwat underground plekken als OT301, Occii en het inmiddels ontruimde Slangenpand, maar ook in de voormalige loods van Mediamatic en het verbouwde badhuis van Splendor. De laatste tijd heeft Rangel helaas weinig tijd gehad voor collectief componeren, onder andere omdat ze in anderhalve maand een soundtrack van een uur moest maken bij de apocalyptische performance ‘Sculpting fear’.
NDR: “Het was natuurlijk sound design, dus er zitten een hoop loops in en ik hoefde het niet uit te schrijven, maar dan nog. Het is een performance waarin op het podium storm en wolken worden gesimuleerd, dus ik heb een hoop noise gemaakt.”
Noise? Past dat wel in jouw taal?
NDR: “O, jawel. Ik heb tijdens mijn conservatoriumjaren nog in een punkbandje gespeeld: Buy the Shu Shu. En het betreft hier best sonore noise. Er zitten maar een paar stukken in die echt heftig zijn.”
Soundlaser
En nu?
NDR: “Ik ben composer in focus bij de volgende Dag in de Branding, in oktober in Den Haag. Dus ga ik nu een Song Cycle van een uur schrijven voor sopraan Charlotte Riedijk, begeleid door accordeon, contrabas en speelgoedtheremin, met mijzelf op elektronica. Het is een stuk dat uitgaat van een fascinatie voor verschillende vormen van metamorfose: langzame transformatie, verschuiving, compressie. Het is een stuk over constante verandering, of beter gezegd de onbestendigheid van verandering. Ik heb wat moeten snoeien omdat ik een deel van de subsidie die ik had aangevraagd, niet kreeg – de kostuumontwerper en de stage director voor het lichtontwerp moet ik daardoor laten vallen. Ik maak daarnaast een geluidsinstallatie voor in het Atrium, die gigantische hal van het Haagse stadhuis. Oorspronkelijk zou die maar één dag blijven staan, maar ondertussen heb ik gehoord dat ze misschien toch langer kan blijven.”
Waar wil je de komende tijd nog mee experimenteren?
NDR: “Ik wil meer doen met ruimte, zowel elektronisch als akoestisch. Ik heb nog geen specifieke ruimte op het oog, maar ik denk alvast niet aan concertzalen. Er is een technologie die Soundlaser heet, waarmee je geluid in de ruimte kan richten. Daarmee wil ik experimenteren: hoe je geluid kan boetseren en hoe je het op specifieke voorwerpen en materialen kan richten, op dezelfde manier als waarop je belichting gebruikt. Echokamer, de concertserie bij Mediamatic, is helaas voorbij. Maar ‘Resurrections, de video van Alexandra Navratil waarbij ik de muziek gemaakt heb, reist de wereld nu rond en we werken nog steeds samen, dus dat krijgt beslist een vervolg.”