Hoeveel variaties kun je nog bedenken op het eeuwenoude gitaarliedje? Christof Dienz heeft deze clichéval ontlopen door te kiezen voor de veel oudere citer (in het Duits de Zither) als instrument. Niet dat de Ween zon virtuoos is op het instrument uit Zuid-Duitsland, maar hij is als componist kundig genoeg om de juiste stukjes muziek op te nemen, te loopen en zo met verscheidene laagjes bijzonder leuke nummers te creëren. De citer heeft een veelheid aan geluiden, van lage brommen tot hoge piepen waar menig danceproducer dagen op zou moeten zwoegen om daar digitaal bij in de buurt te komen. Opener Number One op het album belooft veel goeds, maar zo spetterend als tijdens het eerste nummer wordt het daarna niet meer. Was dat wel het geval dan had Dienz de plaat van het jaar gemaakt, nu is het enkel, maar toch ook niet mis, een bijzonder sterke plaat. Dienz heeft wat collegas de kans gegeven om op een tweede schijfje zijn citergeluid weer door de molen te halen. Die nummers steken wat flets af bij zijn eigen insteek en daarom wint Dienz dit jaar de prijs voor de emancipatie van een stoffig instrument. Volgend jaar de draailier in de remix?