Year One

The Jon Spencer Blues Explosion werd opgericht in 1991. De drie leden, die ook nu nog steeds de drijvende kracht vormen, hadden toen al een interessant muzikaal verleden achter de rug. Jon Spencer had al vijf jaar aan destructierock gedaan met Pussy Galore en samen met zijn vrouw Christina Martinez ook Boss Hog in ons geheugen gehamerd. De platen van beide bands kennen we nog steeds uit het hoofd, en daarvan zijn er niet veel. Spencer, die korte tijd bij Gibson Bros. speelde, leerde Judah Bauer (Spitters) en Russell Simins (beiden Crowbar Massage) kennen toen ze alle drie deel gingen uitmaken van Jerry Teel’s Honeymoon Killers. Tot in de essentie uitgepuurde rock-’n-roll, soul, funk, blues, rockabilly, garage, noiserock en een uitermate arrogante attitude zorgden ervoor dat de muziek van Blues Explosion bij een klein maar select publiek al snel aansloeg. Spencer, de verlegenheid zelf naast het podium, ontketent zijn duivels bij de geur van elk podium, waarop het drietal wild uit zijn dak gaat en korte, gebalde songs op zijn publiek loslaat, publiek dat alsmaar groter wordt, mee met het alsmaar toegankelijker worden van het geluid van het trio. Gelukkig zonder dat de band zijn roots verloochent of op automatische piloot gaat spelen. Het gaat in onze contreien zelfs zo goed, dat Humo de band plots ontdekt en ze op T/W spelen, terwijl ze de jaren ervoor als een stel herriemakers werden aanzien. Tja, dan speelden ze hele goede concerten in het clubcircuit natuurlijk, daar zagen we geen Humo’s. Na ‘Damage’ uit 2004 wordt het wat stilletjes rond de band. De plaat wist, net als voorganger ‘Plastic Fang’, weinig brokken te maken en al zijn de songs niet slecht, het vuur lijkt een beetje uitgeblust. Tijd voor een rustpauze, tijd ook om de groepsgeest weer op één lijn te krijgen en de kleine strubbelingen onderling op te lossen. 2010 zou weer een succesjaar moeten worden. Het trio heeft zin om de podia opnieuw af te schuimen, de gitaren, de drums, de stembanden en de theremin nog eens te mishandelen zoals in hun beste periode. En daar horen een hele zwik heruitgaven bij. ‘Dirty Shirt Rock’n’Roll’ bevatte een uitgelezen collectie songs die de band zelf tot zijn beste rekent. ‘Year One’ bevat ‘Crypt Style’ en het naar zichzelf genoemde album, of kortweg ook de opnames die de band met Kramer en Steve Albini maakte. Vroeg werk, heerlijk om terug te horen en net als alle heruitgaven voorzien van uitgebreide hoesnota’s en onuitgegeven nummers. ‘Orange’ staat samen met ‘Experimental Remixes’; ‘Extra Width’ en ‘Mo Width’ delen een pakket, ‘Acme’ krijgt een extra schijfje, en ook ‘Now I Got Worry’ staat helemaal volgestouwd. Horen we zwakke nummers, of songs die we nooit hoorden en daar ook geen behoefte aan hadden? Neen, absoluut niet. Dit zijn de platen die er toe doen, en al zijn niet alle tracks zo swingend als ‘History Of Sex’, ‘Son Of Sam’, ‘Bellbottoms’, ‘Wail’, ‘Talk About The Blues’, ‘Burn It Off’, ‘Sweet’n’Sour’ of ‘Mo’Chicken – Let’s Get Funky’, dit swingt als geen ander. Als toemaatje is er het album ‘Controversial Negro’ uit 1997 dat alleen in Japan officieel uit kwam. Het album geeft een mooi beeld van hoe de Blues Explosion live klinkt, al zou het nog beter geweest zijn als er ook een dvd werd bijgeleverd. Maar we zijn tevreden. Dit is een stapel cd’s waar we nog vele keren van zullen genieten.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
TheJonSpencerBlues_YearOne
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!