Het bijgeleverde bericht bij het debuutalbum van Beatrice Dillon leest een beetje als de aanzet van een dievenfilm à la ‘Heat’ of ‘The Italian Job’. In plaats van een kluis te stelen, is het de bedoeling ’s werelds meest ongrijpbare album te maken. Het begint al bij het samenstellen van haar team. Onder meer Batu, Laurel Halo, Untold en Lucy Railton leverden hun bijdrage aan ‘Workaround’. Batu bezorgde Dillon bijvoorbeeld samples en Laurel Halo kwam aanzetten met vocals. Het album zelf is opgenomen binnen een tijdsperiode van drie jaar, in kosmopolitische steden als New York, Berlijn en Londen. Invloeden komen uit een hele resem aan plaatsen met een focus op het Caraïbisch gebied, een link die vaak gemaakt wordt door Britse producers omwille van het koloniaal verleden en de vele Caraïbische immigranten in het land. Beatrice Dillon is ook al jaren geobsedeerd door ritmes. Alle nummers op ‘Workaround’ staan steevast op 150 bpm. De muziek zelf trippelt vrolijk tussen dub, jazz, house en ambient zonder zich ooit echt aan een genre te binden. Juist omdat er gespeeld wordt met verschillende genres, die als rode draad dezelfde bpm delen, krijgt het geheel iets waar je niet goed je vinger op kan leggen. Enerzijds heeft ‘Workaround’ iets voor iedereen, maar tegelijk lijkt het nergens naar toe te gaan. Het blijft de hele tijd in een soort academisch vaarwater zitten, dat zich bezighoudt met poloritmische études zoals een pianist pianostukken bestudeert. Beatrice Dillon is een buitengewoon interessante deejay en producer, maar hier stelt ze toch een beetje teleur. Een debuutalbum mag iets meer inhouden dan veredelde ritmestudies.