‘Precocious Noise And Early Electronica Pt. 2’ is de ondertitel van deze reeks die wordt uitgebracht door Sound Miracle. Het label specialiseert zich in het uitbrengen van muziek van de vroege twintigste eeuw. Het gaat hen om artiesten, genres en cultuuruitingen die zonder hernieuwde aandacht dreigen verloren te gaan. Alle opnames worden opgepoetst, zodat ze opnieuw fris klinken voor onze verwende oren. Dat is zo voor de geniale afsluiter ‘Radio Busushchego’ van Veilimir Khlebnikov uit 1921, met uiterst sterk aangewende gevonden opnames van bijvoorbeeld fluitende vogels tot het meer recente ‘Après La Mort’ van Pierre Henry. Geen begrenzingen qua muzikaal avontuur en experiment, en dus ook niet qua landsgrenzen. Van Egypte, Rusland, Hongarije, Zweden, Denemarken tot de Verenigde Staten. Van prille noise, avant-garde, industrial tot het achterwaarts afdraaien van tapes en de eerste loops: het zit er allemaal tussen. Primaire elektronica op zijn best dus, die zelfs nu nog steeds de grenzen aftast van wat de modale luisteraar als muziek beschouwt. Naast Henry is György Ligeti de bekendste van het stel. Veel obscuurdere artiesten dus, wiens werk echter net zo boeiend en interessant klinkt als die van de grote namen. Johanna M. Beyer opent met een verontrustend stuk. Franco Evangelisti, Halim El-Dabh en Giselher Klebe zijn maar een paar namen uit het verrassend brede deelnemersveld. Een schatkamer voor wie interesse heeft naar de oorsprong van veel hedendaagse (elektronische) muziek.