WILS

William Wilson speelde naar eigen zeggen in een resem bandjes alvorens hij in 2009, meer als grap dan iets anders, zijn soloproject opstartte. De Siciliaan is een groot liefhebber van boeken, bij voorkeur poëziealbums met een ietwat duister kantje. De bedoeling van zijn solo-escapade is dan ook het in muziek gieten van die voorliefde, geïnspireerd of volledig gebaseerd op het werk van Edgar Allan Poe, Boris Vian, Charles Baudelaire, Gregory Corso en gelijkgestemde zielen. De naam van het project zelf komt trouwens uit een gedicht van Poe.

Het idioom dat William Wilson gebruikt in het gros van de liedjes is iets wat wel voor folkpop kan doorgaan. Zelf zingt/vertelt hij zijn verhaaltjes en speelt hij akoestische gitaar. In de meeste nummers laat hij zich bijstaan door enkele bevriende muzikanten die ingetogen bas, samples of drums mogen toevoegen. Daarbij kijkt hij vooral naar het liedje zelf, om te kijken wie mag meedoen. Een vast collectief is minder aan hem besteed. De sfeer is dromerig, melancholisch en eigenlijk gespeend van elke vorm van humor. Het project is duidelijk een stuk serieuzer gebleken dan Wilson voor ogen had.

Niet verwonderlijk natuurlijk als hij vertrekt van de poëzie van een resem romantische zwartkijkers. Na de negen reguliere liedjes volgt een paar minuten stilte, waarna hij enige uitleg geeft voor het verborgen liedje dat nog volgt. Een liedje, het eerste, dat volledig (ook tekstueel) op Poe is gebaseerd. Het is tevens het liedje dat met kop en schouders boven de rest uitsteekt omdat het de ietwat zeurderige folkpop van voorheen loslaat en bijna tot reguliere pop ontvelt.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
ma 18 jul 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!