“There’s no way to leave from Independent Street” zingt Stephen Malkmus op zijn nieuwste plaat met The Jicks en hij kan het weten. Malkmus lijkt maar nooit los te komen van zijn verleden als de grote man van de dwarse, licht melige poppy jaren ’90 indierock. Hoewel zijn solocarrière inmiddels alweer langer duurt dan zijn tijd bij Pavement blijft hij altijd de frontman van die band, waarmee hij enkele jaren geleden een cash-in reünietour deed. Nu zingt hij in ‘Rumble and the Rainbo’ cynisch over reünies: “Come and join us in this punkrock tomb/ Come slam dancing with some ancient dudes/ We are returning, returning to our roots/ No new material, just cowboy boots”. Kortom, Malkmus’ oude halfslachtigheid is nog altijd intact. Schrijft hij een popliedje, dan moet en zal er ergens een melige wending of stukje noise in voorbij komen, want men moest eens denken dat hij popliedjes schrijft. En zit hij net midden in een fraai stukje noise, dan kun je wachten op het ‘lalala’-refreintje. Met The Jicks zit hij de laatste jaren steeds dichter bij traditionele classic rock en hier leidt dat een paar keer tot prachtige nummers, zoals de trits aan het begin van de plaat, ‘The Janitor Revealed’, ‘Lariat’ en ‘Houston Hades’. En daarna volgen weer de voor Malkmus net zo traditionele net-niet-nummers met flauwe grappen, zoals het reeds genoemde ‘Rumble and the Rainbo’, dat uiteraard ook een reggeastuk bevat. Enfin, het is dus weer Malkmus being Malkmus. En u weet inmiddels al lang wat u daarvan vindt.