Marika Hackman groeide op in Selborne, een dorpje met 650 inwoners in het Zuiden van Groot-Brittanië. Haar Finse vader en Engelse moeder stimuleerden haar, samen met haar broer, om zo weinig mogelijk televisie te kijken. In de plaats stimuleerden ze creatieve uitspattingen allerhande. Op haar vijfde begon ze simpele liedjes te schrijven en op haar twaalfde begon ze gitaar te spelen. Die dingen komen samen op dit debuut. Bij folk aanleunende popsongs die een ietwat diepere donkere melancholische ondertoon verraden. Voor de productie van haar plaat kreeg ze de hulp van Charlie Andrew (Alt-J). Of hij het was die het soms dunne laagje elektronica toevoegde blijft een beetje in het midden, maar we gaan er maar van uit. Wat ons bevalt is het bijvoorbeeld de donkere, spookachtige baslijn in een nummer als ‘Open Wide’. Het broeierige sfeertje tilt de song op. En dat gebeurt nog wel een paar keer. Dan is het vooral de donkere stem van Hackman die intrigeert. Zoals in het donkere ‘Skin’ waarin ze haar stem ontdubbelt om een indringend effect te creëren. Al bij al moeten we echter besluiten dat Marika Hackman een plaatje heeft gemaakt met iets te veel inwisselbare songs. Op de uitzondering na verdwijnen de songs dan ook na een nieuwe luisterbeurt in de ijle lucht.