Het is een opvallende tendens. Wanneer de kinderen spreekwoordelijk de deur uit zijn en/of wanneer materiaal van een oudere artiest wordt opgediept (en bejubeld), dan blijkt de kriebel om opnieuw aan de slag te gaan voor veel van die artiesten bijzonder groot. Voorbeelden zijn legio. Na jarenlange stilte komt ook Eric Vandamme uit Mechelen met nieuw materiaal naar buiten. In de jaren 1980 bracht hij twee goed ontvangen tapes uit (‘Me Is’ en ‘Cicatrice’); gevolgd door eentje begin jaren 1990 (‘Worlds Beyond’). In 2016 was er (onverwacht) teken van leven met een cd-r in eigen beheer (‘Turning Point’), maar het was vooral ‘Dark Matter’, een compilatie van die vroegste tapes dat vorig jaar op het vinyllabel Walhalla verscheen dat de aandacht opnieuw op Enzo Kreft vestigde. Die reanimatie wordt nu geconsolideerd met een nieuw –en vooral uitstekend- album. Enzo Kreft doorroert catchy electropop met een onderlaag van dark en minimal wave. Het integreren van gitaarklanken geeft het geheel zo nu en dan een extra potige dimensie. Vandamme weet bovendien hoe je een song schrijft en slaagt er in dansbaarheid te doen rijmen met maatschappijkritische teksten. Ecologische bezorgdheid staat centraal op ‘Wasteland’; en de boodschap is behoorlijk pessimistisch. ‘Smoggy Jungle’ of ‘Poisoned’ bijvoorbeeld schetsen een weinig optimistisch toekomstbeeld voor de mensheid. Muzikaal bewandelt Enzo Kreft vertrouwde paden en in tegenstelling tot de behandelde thema’s is dat geluid minder donker dan verwacht. ‘Roadkill’ bijvoorbeeld dolt met de melancholische kant van Kraftwerk, terwijl Petrichor’ herinneringen oproept aan Front 242 zoals ze in 1982 klonken op hun debuut ‘Geography’. Vandammes Engels en stem zijn niet altijd even sterk, maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt door de kwaliteit van de nummers en de prima productie.