Pure pop op het nieuwe album van de uit Californië afkomstige pianiste Vienna Teng. Een zachte vrouwenstem, een piano op de voorgrond en rockdrums: zo’n beschrijving is al meteen voldoende om verwijzingen naar Vanessa Carlton op te roepen. Veertien nummers lang probeert Vienna Teng haar talent als singer-songwriter te etaleren. Daarbij presenteert ze vakkundig allerlei weelderige popdeuntjes waarin geen enkel detail aan het toeval werd overgelaten. Haar beminnelijke producer stak nog een tandje bij en zo komt het dat die gekke Amerikanen elke kostbare minuut volstouwen met violen, hobo’s, akoestische gitaren en andere instrumenten die heerlijk knisperen in het gezellige haardvuur van Kerstmis. Het aan Carlton schatplichtige ‘Shasta’ zal ongetwijfeld ruime radio-aandacht krijgen, doch ook op liedjes zoals pakweg ‘Green Island Serenade’ (een typische Kantonese ballade) neemt Teng minder risico’s dan ogenschijnlijk lijkt. Op ‘Passage’, een zuiver vokale track, komt het zangeresje dan weer sterker voor de dag, maar de tekst van het trieste nummer – dat handelt over een slachtoffer van een auto-ongeval – is net dat ietsje te onpoëtisch om echt te raken. De liedjes op ‘Warm Strangers’ blijven met andere woorden allemaal wat braafjes, en Vienna Teng weet onvoldoende een eigen karakter toe te voegen aan het werk van haar voorgangers om ‘Warm Strangers’ echt aanbevelenswaardig te maken.