VIII

De Australische geluidswerker Tarab, artiestennaam voor Eamon Sprod, heeft naar verluidt bij zijn klankenjacht een voorkeur voor de vergeten en verlaten zijden van de stad. Hij schijnt zijn field recordings zelfs vooral te verzamelen tussen afval, troep, modder en stof. Zijn composities noemt hij “careful arrangements of sonic rubbish”. Maakt dat de muziek interessanter, of op zijn minst onderscheidend? ‘An Incomplete Yet Fixed Idea’ is Tarabs eerste lp voor Aposiopèse en bevat twee lange composties. Daarin wisselen geluiden van uiteenlopende herkomst elkaar af en stapelen op tot dichte clusters. De klanken roepen een associatie op, ze zijn ‘herkenbaar’, maar toch niet heel goed duidbaar. Op andere plekken klinken duidelijk te omschrijven geluiden: vogels of stemmen, bijvoorbeeld. De overgangen zijn soms vloeiend, op andere momenten ‘hard’. Een ruisende klank wordt afgebroken door een andere ruis – als zwart na wit. Elders wordt een continue ruis verdrongen door een ongestructureerd gerammel. De composities doen sterk aan als collages. Een eenheid in plaats is er niet te maken en evenzeer vermijdt Tarab een verhalend karakter. Hij behoudt de abstractie en blijft daarbij boeien. Tarab is ook te vinden op de verzamel-cd ‘VIII’ van Aposiopèse. Zijn compositie ‘Notebook’ volgt eenzelfde recept. Minutenlang gerammel –het zou regen op een metalen dak kunnen zijn– en metalig galmen, gefluit en andere field recordings van duidelijke en onduidelijke herkomst vormen een gefragmenteerd geheel, met een belangrijke rol voor stiltes. Een goede, zelfs wat verwarrende bijdrage aan een sowieso sterke verzamelaar. Jean-Luc Guionnet, eveneens nieuw op het label, bespeelt en onderzoekt een kerkorgel door registers ternauwernood te openen. Lang aangehouden tonen wisselen af met bijna-stiltes en een vaag geritsel. Met een beperkt aantal elementen, waaronder een verre drone, een nabije regelmatige tike en een metalig slijpgeluid, weet Copice een onheilspellend compositie klaar te spelen. Hervé Moire & Juan-Pablo Espinoza leveren een lichtere, bijna spacy sfeer van bijvoorbeeld elektronische bliebjes en akoestische klanken tegen een fond van galmende ruis, getinkel en een vage melodische lijn. Prachtig is het al wat oudere ‘Mylapore’ van Tomoko Sauvage die een eigen elektro-akoestisch systeem heeft gebouwd uit microfoons en met water gevulde porseleinen schalen. Een even organisch als elektronisch klinkend stuk, dat zich even als gamelan-on-speed ontpopt. In totaal bevat de cd acht stukken van evenzovele artiesten, die elektronica, akoestische geluidsbronnen, voorwerpen en field recordings afwisselend of tegelijkertijd inzetten. De gevarieerde en tegelijk consistente verzamelaar is een overtuigend uithangbord voor het label.

tekst:
Robert Muis
beeld:
_VIII
geplaatst:
wo 24 okt 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!