Geschiedenis. Veertien jaar terug trok ik voor het eerst de deur van het redactielokaal open. De vergeelde affiches aan de muur en de stoffige aanblik van het lokaal straalden een weemoed uit die ik me, alsof het gisteren was, zonder enige moeite haarscherp voor de geest kan halen. Mijn eerste opdracht werd een interview met drum&bassproducer Optical, vreemd voor een jongen die dweepte met de Warpcatalogus en de vroege ambient van Biosphere. Ambient, een vergeten term uit een vergeten tijdperk. Optical haakte af. Vier maanden later stond ik op een vroege donderdagmorgen in een Londense metro en schudde de hand van Photek. Rupert Parkes had niet alleen zijn looks, maar ook zijn geluid mee. Zijn bijnaam de professor van de drum&bass was geen ijdel begrip voor iemand die het premature dansgenre op een ander niveau wist te tillen. Later zou hij het genre verketteren en een halfbakken houseplaat afleveren. Exit Photek, al ligt er binnenkort een nieuwe verzamelaar van hem in de rekken. Vandaag vraag ik me vooral af wat Photek vindt van Burial. We zijn nog steeds ergens midden jaren 1990 als ik in de Londense tempel Blue Note, het Mekka van de drum&bass, Goldie voor het eerst aan het werk zag, hoorde, voelde, in elke vezel van mijn lijf. Alles is godsdienst en ik werd die nacht een volgeling. Burial heeft een vervolg gebreid aan zijn titelloze debuut. Ze heet Untrue en of u het geloven wil of niet, het is een religie op zich. Het is het geluid dat door mijn hoofd zoemde toen ik op een ijskoude vrijdagmorgen door de straten van het desolate Londen slenterde. Moe, loom, als in een vacuüm, maar met het onwrikbare geloof dat vanaf die dag alles anders zou worden. Een mens leeft van illusies en van onvervulde dromen. Een halve seconde lang was ik vrij, helemaal vrij. Een gevoel dat als zandkorrels uit mijn handen glipte. Untrue is net als zijn voorganger het geluid van de grootstad van gisteren, vandaag en overmorgen. Dubstep heet het genre waaronder je Burial in de platenbakken zal vinden, maar wie zijn huiswerk grondig maakt, weet dat Burial een genre op zich. Als een vlies dat alles overspant, melancholisch, sensueel mechanisch, diepwarm menselijk en ook filterdun. Al drie weken lang zoemt het opgejaagde, gebroken drumritme uit Near Dark door mijn hoofd en heb ik van ‘Etched Headplate’ mijn persoonlijke mantra gemaakt. Burial is pure en onversneden heimwee, heimwee naar de grote stad van morgen.