De invloed van een geografische omgeving wordt wel ns aangehaald om het specifieke geluid van een bepaalde artiest te duiden of te omschrijven. Vaak levert dat niet veel relevants op, maar zo af en toe houdt het steek. Van Geir Jenssen (Biosphere) is het bijvoorbeeld moeilijk om zijn Noorse afkomst te ontkennen. De mysterieuze Schotse hooglanden hebben onmiskenbaar hun stempel gedrukt op Boards Of Canada. Ook bij Ten And Tracer (Jonathan Canupp uit Colorado) is het landschap en de natuurlijke pracht van zijn directe omgeving determinerend. Bovendien steekt deze Amerikaan niet onder stoelen of banken zwaar beïnvloed te zijn door diezelfde Schotten. En daarmee is de dubbele setting meteen gezet. Canupps melancholische muziek bevindt zich pal op het snijvlak tussen zoete, melodieuze IDM en panoramische ambient. Het is bijgevolg niet meer dan logisch dat hij zijn plaatjes uitbrengt op U-Cover. Dit Antwerpse label staat immers telkens weer garant voor ijzersterke elektronica voor oor, buik en ziel. In vergelijking met zn eerder werk op U-Cover (Keylemon Reports en An Hour Brighter) is Companion ijler en nog meer droomgericht en daardoor de ideale soundtrack voor een lui avondje National Geographic Channel. Ten And Tracer zal overigens voor het eerst live in onze contreien te horen zijn op de U-Cover labelavond in het Antwerpse cultuurcentrum op 16 oktober, samen met labelmaten Kettel, Tim Koch en Ontayso. (www.u-cover.com)
Achter één van de drie additionele remixen op Companion prijkt de naam Helios en dat is het alter ego van Keith Kenniff. Op dat andere kwaliteitslabel Merck uit Miami- balsemt hij onze oren met het uit niets dan pure schoonheid en weemoed opgetrokken Unomia. Is Companion gewoon mooi, dan is dit album de absoluut overtreffende trap daarvan. In de beste traditie van Brian Eno (denk aan Apollo) en het latere werk van Biosphere (meer bepaald zijn ambientmijlpaal Substrata) start de cd met Velius dat meteen de toon zet voor het ganse album. De nadruk ligt namelijk op de details. Naar het midden toe krijgen de atmosferische soundscapes de overhand op de IDM, maar dit gaat zo geleidelijk dat het in eerste instantie niet opvalt. Het ene nummer glijdt automatisch over in het andere, omkaderd door korte, sferische interludia. Dat alles om te komen tot de kippenvelmomenten Lighthouse en Suns That Circling Go waarbij een hoofdrol is weggelegd voor piano en akoestische gitaar. Die piano klinkt zo natuurlijk en echt dat het onwaarschijnlijk is dat de klanken uit zijn laptop komen. Hetzelfde geldt voor de ingetogen gitaarklanken op Lighthouse die zacht geïntegreerd worden in het geheel. Vergelijk het met de verstilde atmosfeer op Signers Low Light Dreams en Bolas meesterwerk Soup. Unomia is niets dan minder geniaal. (www.m3rck.net) De superlatieven hoeven niet meteen opgeborgen te worden want er is ook nog Utopía, een knappe en sympathiek geprijsde verzameling ouder werk van de Mexicaan Fernando Corona aangevuld met twee nieuwe nummers. De eerder verschenen stukken zijn afkomstig van twee 12 inches (Ulysses en Utopía Remixes) waarop Jan Jelinek, Deathprod, Sutekh, Icarus, Fax, Geoff White en Colleen terug grepen naar Murcofs debuut Martes.