Ukusa

Udo Wiessmann is gelukkig zo verstandig om met Hands (Dortmund) niet uitsluitend op Duitsland te mikken, maar zijn vizier ook naar het buitenland te richten. Ooit stond het label gelijk aan hardcore power electronics. Vandaag heeft het zo veel meer te bieden en bevat de discografie stilistisch uiteenlopend werk van artiesten uit Zwitserland, België, Frankrijk, Italië, et cetera. IDM, experimentele elektronica, ambient, noise en (post-) industrial gaan tegenwoordig vlot hand in hand met de industriële techno van de begindagen. Een karrenvracht nieuwe releases illustreert dit treffend.
Kom-Intern heeft zijn roots in het Franse Nice en dat maakt het al meteen bijzonder want zoveel interessante (post-) industriële elektronica heeft Frankrijk helaas niet voort gebracht. In 2001verscheen het debuut ‘Order 937’, nadien gevolgd door ‘Funkspiel’ op Brume. Net als zijn voorgangers heeft ook ‘Ukusa’ een conceptuele basis. Dit keer vond het anonieme duo inspiratie bij een boek van onderzoeksjournalist Duncan Campbell (‘Suveillance Electronique Planétaire’), meer bepaald het elektronische afluistersysteem Echelon. Samplers, sequencers en synths vormen de hoekstenen van ‘Ukusa’ en de output van die machines is een hybride mix van futuristische soundscapes en heterogene ritmische patronen.
‘Sounds Without Souls’ was de titel van het vorige Handsalbum van Shorai. Accurater hadden we het zelf niet kunnen verzinnen. Kil en steriel, net als de machines die werden gebruikt. Op ‘Minutes Into The Future’ revancheert Shorai zich door hun midtempo electro-industrial wat meer ziel, diepgang en subtiliteit mee te geven. Niet dat het nu allemaal organisch en warm klinkt, maar we hebben de buren alvast niet meer horen vloeken. Dat af en toe Kraftwerk en Lassigue Bendthaus (‘Timewarp Song’) doorklinken, zal hier wel niet vreemd aan zijn. Met de toekomst heeft dit echter absoluut niets van doen.
S.K.E.T. uit Rostock opteert naar eigen zeggen voor ritmische noise. Tot de val van de voormalige DDR bevond één van de drie grote staalwerven zich pal in het centrum van de stad. Te midden van die industriële activiteit ontstond S.K.E.T. en zoiets laat uiteraard sporen na, ook muzikaal. Het lawaai en de inherente ritmiek die gepaard gaan met staalnijverheid vormen de grondlaag van ‘Aktivist’. Titel en beeldvorming verraden bovendien een sterke band met hun communistische verleden. In die mate zelfs dat het doet denken aan de beginjaren van Test Dept.. Hun doel is om de zogenaamde sozialistischer Auftragskunst van weleer een nieuwe soundtrack aan te meten. En die is bewust zeer sterk gericht op de beat. Het publiek en S.K.E.T. zelf moeten aan het dansen worden gebracht. Tanzflächenkompatibilität heet zoiets in hun wereld.
Het contrast met Saverio Evangelista op het retrospectieve ‘Works 2001-03’ kon echt niet groter zijn. Deze Italiaan gaat in zijn onderzoek naar geluidsmaterie extreem spaarzaam te werk. Stilte, repetitieve loops en minimale variatie, die pas na lange minuten samen vallen tot herkenbare structuren, vormen de grondlaag van de drie telkens in Rome op een festival live opgenomen tracks. De eerste duurt 7 minuten, de andere twee respectievelijk ruim 30 en 40. Het zacht, bij momenten nauwelijks hoorbaar gezoem van een koelkast was de basis van ‘Rex’, terwijl het geluid van een optische pen dat bijvoorbeeld was voor ‘Soundwaves’. Tekenen werd musiceren, en vice versa. De man heeft er duidelijk over nagedacht. Het resultaat zijn uiterst abstracte soundscapes, die tijdens hun liveconceptie ongetwijfeld uniek leken, maar op cd al snel beginnen te vervelen. Er gebeurt namelijk te weinig en als het gebeurt, blijft de climax veel te lang uit. Dit werd met andere woorden allemaal al eerder en beter gedaan door een heleboel producers op Raster-Noton.
5F-X heette vroeger 5F_55, maar voor de rest is er niet veel veranderd, een prominenter gehalte naar IDM neigende elektronica buiten beschouwing gelaten. ‘Robotic Advisory – Explicit Biorhythm’ vertelt de kartonnen verpakking. Verder hebben acht van de tien nummers geen titels. Ze worden aangeduid met complexe wiskundige formules en (nonsensicale) symbolen. Flirten met wetenschap en op de voorkant een kanjer van een grammaticale fout: je moet het maar verkocht krijgen! Dat euvel wordt enigszins gecompenseerd door een viertal tracks die boven de middelmatigheid weten uit te springen. Voldoende om uw centen hieraan te spenderen, is dat helaas echter niet.
Mimetic Dancing is één van de vele aliasen van Mimetic, het belangrijkste soloproject van Jérôme Soudan. Die is daarnaast ook gekend als kernlid van Von Magnet. De man is de afgelopen maanden solo productiever dan echt goed voor hem is. Het kan niet anders of zoiets laat zijn sporen na. ‘The Changing Room’ is hoegenaamd niet slecht. Integendeel, maar wat meer zelfkritiek (vooral wat de duur van de cd betreft) ware her en der op zijn plaats geweest. Het album opent prima met narratieve ambient en ook het titelnummer weet met zijn pulserende groove de aandacht vast te houden. Nadien duurt het tot het negende nummer eer er opnieuw iets werkelijk blijft hangen. De dreigende soundscapes tussenin zijn –zoals zo vaak- te vluchtig, te nietszeggend. Graag de volgende keer minder spitstechnologie en meer muziek.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!