Mark Tranmer liet voor het eerst van zich horen als de helft van The Montgolfier Brothers. Hun breed uitgesmeerde nostalgie naar het Factory-Manchester van weleer leverde hun een plaatsje op het Poptones-label van Britpop-miljonair en voormalig Creation-goeroe Alan McGee. Op zijn vierde album als Gnac ontpopt Tranmer zich eens te meer tot één van de bekwaamste indie-arrangeurs van zijn generatie. Op zijn imaginaire soundtracks strooit deze intellectueel kwistig met literaire en artistieke referenties: zo haalde hij o.m. zijn alter ego bij de Italiaanse auteur Italo Calvino. Filmcomponisten als John Barry, Ennio Morricone maar ook de Franse meester Georges Delerue zorgen voor inspiratie. Anderzijds zijn de rustieke gitaarpop van Durutti Column of de knappe orchestraties van de High Llamas nooit ver weg. Hij verpakt zijn observaties steevast in akoestische gitaartjes, ingetogen strijkers en stukjes piano. Tranmer is een meester van het subtiele understatement en verfijnde elegantie. De uitgelezen begeleiding bij een luie zondagnamiddag met thee, komkommersandwiches en verse scones met room.