Johnny Gorilla, Sarah Jane en Ryan Matthews vormen samen het trio Gorilla. De Britten behoren tot de vroege lichting stonerbands van het begin van de jaren 1990 en zijn nog steeds niet van plan er het loodje bij neer te leggen. Gelijk hebben ze. Het is namelijk al even geleden dat we een band hoorden die de woede van MC5 verenigde met de heavy bluesrock van Motörhead. Dat ligt natuurlijk ook voor een groot deel aan de stem van Johnny Gorilla zelf, die als een kruising klinkt van Lemmy Kilmister en Rob Tyner. Voeg daar nog een beetje het angstaanjagende van Roky Erickson (13th Floor Elevators) aan toe en dan is het niet meer dan normaal dat we nummers als ‘Scum Of The Earth’ (het zou bijna een klassieker van Antiseen kunnen zijn), ‘Mad Dog’ en ‘Killer Gorilla’ zeer goed kunnen smaken. Het ligt dan ook voor de hand dat deze band een graag geziene gast is op Roadburn en andere Desertfest-en.
Het trio Yawning Man houdt het meestal gezapig bij instrumentale woestijnrock, al kunnen Gary Arce, Mario Lalli en Bill Stinson het niet laten om hier en daar een aan postrock schatplichtige uitbarsting in te bouwen. De band is actief sinds eind jaren 1980 en wordt zo als één van de grondleggers van stoner en desertrock gezien, ook door Kyuss, die op hun album ‘…And The Circus Leaves Town’ het nummer ‘Catamaran’ coverden. Bill Stinson speelde indertijd regelmatig samen met Greg Ginn en Chuck Dukowski, twee muzikanten die belangrijk waren voor het SST-label. Hun invloed is op dit ‘Macedonian Lines’ geregeld heel erg herkenbaar. Dat maakt de muziek heel wat gelaagder dan het gros van de genregenoten. Wat hadden we gedacht natuurlijk, daar Yawning Man, nog steeds in de oorspronkelijke bezetting, aan iedereen leerde hoe deze genres hoorden te klinken.
Ook al een trio en ondertussen ook al meer dan twintig jaar actief is Nebula, met voormalig Fu Manchu-leden in de gelederen. ‘Holy Shit’ is hun zesde langspeler en tevens hun eerste sinds een decennium. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. De resem heruitgaven die aan dit nieuwe album vooraf gingen, lieten ons horen hoe de band evolueerde van vette stoner naar een behoorlijk belegen versie van het genre. En dat trekt de band hier, vooral op de eerste helft van de plaat, gewoon door. Gelukkig voor ons herpakt de band zich op de tweede helft. Maar best, want in eerste instantie betreurden we de heropstanding van deze band, die ons toch goede herinneringen heeft bezorgd met de platen ‘To The Center’ en ‘Charged’. We schreven de band, na de eerste vier à vijf nummers al compleet af en betreuren het feit dat ze uit de winterslaap waren ontwaakt. Gelukkig herpakt Nebula zich helemaal, al imponeren ze nooit echt. Een dubbeltje op zijn kant, en door hun vroege platen schrijven we de band (nog) niet helemaal af.