De modular synthesizer is een echt instrument. Geen ding dat geluiden opslaat die je altijd weer tevoorschijn kunt toveren met één druk op de knop. Nee. Geluidje gemaakt, geluidje weer weg. Kabeltje inpluggen, kabeltje eruit halen. Een knop op het juiste moment een millimeter verschuiven. Je moet dus een handige gozer zijn, wil je daar muziek mee kunnen maken. Aaron Funk is er zo een. Natuurlijk. Als er één artiest is met onbedwingbare experimenteerdrift is hij het wel, onder de naam Venetian Snares. Dus maakte hij zijn nieuwe plaat enkel en alleen met de modular. Hij doopte het geheel ‘Traditional Synthesizer Music’. Haha, lolbroek, die Funk. Want als er iets niet traditioneel klinkt, is het wel zijn muziek. Zijn breakcore is niet iets dat je zomaar even naar luistert als je op weg bent naar je moeder. Het hondje bij ons thuis draaide zijn hoofdje constant schuin vanwege de onbegrijpelijke geluiden. En erop dansen is alleen weggelegd voor de diehard technische muzieknerds. Muziek om spastisch van te worden. Dát is de breakcore van Aaron Funk. Maar ondanks zijn freaky aanpak behoort juist dit album tot een van de meer rustige in het Venetian Snares-oeuvre. En tot een van de betere. Dat hoort zelfs de doorsnee muziekliefhebber. Min en min wordt plus. De drukke Venetian Snares en de chaotisch ogende modular zorgen samen voor rust. Een soort van dan.