Deantoni Parks heeft nogal een geschiedenis, want hij speelde eerder samen met KUDU, John Cale, Meshell Ndegeocello, Omar Rodríguez-López en The Mars Volta. De verwachtingen rondom Touch But Don’t Look zou je dan ook makkelijk hooggespannen kunnen noemen. Een synthesizer, sampler en drumstel is alles wat eraan te pas komt op dit album, en in de beperking toont zich de meester. Of niet dus, want de negen tracks zijn vooral lullige riedeltjes met stijf drumwerk waarvan je je afvraagt waarom dit op plaat moet verschijnen. De bekende naam waarschijnlijk? Het allegaartje van electro, disco en een soort powerrock is bij vlagen wel aardig, maar snijdt uiteindelijk geen centimetertje hout.