Tools, een uitgave van het Amsterdamse Karnatic Lab, bevat zes kamermuziekwerken van de Amerikaanse, sinds het begin van de jaren 1990 in Amsterdam wonende, Ned McGowan. Daaronder het bekroonde, uit negen delen bestaande (en in totaal net acht minuten tellende) titelnummer voor blokfluit, dwarsfluit, trompet en piano, uit 2003.
Wie deze cd goed wil plaatsen, moet weten dat het Karnatic Lab het incorporeren in de westerse gecomponeerde muziekpraktijk van elementen uit de Indiase karnatische muziektraditie nastreeft. En McGowan is daarvan één van de voorvechters. Eén kenmerk van die karnatische muziektraditie is het afwijkende toonsysteem. In beschaafde westerse oren kan dat vals klinken, wie echter wat meer gehoord heeft (moderne impro en/of elektronische muziek, en de oeuvres van bijvoorbeeld John Cage en Harry Partch), kan hier goed mee overweg.
Het enige probleem dat ik met deze cd heb, is dat ik eigenlijk niet van de klank van (dwars)fluiten houd. Het is een van de weinige instrumenten die ik duld, zolang ze ingebed is in een muzikaal meer omvattende omgeving. McGowan is echter een componist, wiens hoofdinstrument de dwarsfluit is. Het solostuk Moonrise, dat een fraai exposé biedt van speltechnieken, kan me daarom ook niet echt bekoren. Boeiender vind ik het marimba-duo Urban Turban en het door het Axyz Ensemble gespeelde Alap, een traag gistend werk, met een fraaie rol voor (jazz)vocaliste Kristina Fuchs (voor mij het hoogtepunt van deze cd).
Tools wordt afgesloten met Workshop, voor fluit en een op tape klinkende industriële achtergrond, en Stone Soup, prettig swingend uitgevoerd door de vanuit het Karnatic Lab voortgekomen jazzgroep Bhedam.