Verscheidene compilaties van de Rough Guides begonnen zich op te hopen bij uw recensent, maar uitstel is immers geen afstel en hier een selectie van vier. De Rough Guides compilaties zijn al lange tijd bekend als de instapper of verrijkende aanvulling voor leken en connaisseurs samen. Te beginnen met die van Mali, toch wel het meest muzikaal bekende Afrikaanse land. Bij het zien van een paar bekende namen als Ali Farka Touré & Toumani Diabate, Vieux Farka Touré (zoon van) en Oumou Sangare lijkt er niet zoveel te ontdekken op deze compilatie. Gelukkig zijn er de afwisselende songs van krachtige diva Khaira Arby, zangeres Nahawa Doumbia op snelle balafonritmes en Neba Solo die zorgen voor de extrawaarde en een uiteenzetting van de diverse stijlen in Mali en het extra bonusalbum van Samba Touré die Songhai blues songs speelt van Ali Farka Touré doet zeker geen kwaad. We reizen naar het oosten, naar Cambodia voor een lo-fi geluidstrip door de gouden tijd van de psychedelische pop en rock in de jaren 1960 met klassiekers van die tijd. De muziek kent een bewogen geschiedenis aangezien het Rode Khmer genocide regime van Pol Pot zowel artiesten als de muziek heeft proberen uitroeien, al kent het land sinds de laatste jaren weer een heropleving van de muziek. De grootste naam uit de Cambodiaanse pop scene van toen is ongetwijfeld Ros Sereysothea, de zangeres en actrice die pakweg een duizend songs en tweehonderdvijftig films achter haar naam heeft staan en tragisch aan haar einde kwam in een Rode Khmer strafkamp. Haar Cambodiaanse cover van Nancy Sinatra’s ‘Bang Bang’ is treffend, maar songs als ‘I’m 16’ en ‘Wait Ten Months More’ zijn nog beter. Verder wordt de compilatie aangevuld door zanger Sinn Sisamouth en zangeres Pan Ron uit dezelfde gouden pop generatie. Sisamouth’s Cambodiaanse cover van ‘House Of The Rising Sun’ is een waardige afsluiter. De bonusschijf is van Cambodian Space Project en is al eens eerder door uw recensent beschreven een tiental Gonzo’s geleden. Het oordeel blijft hetzelfde; de Cambodiaanse revival band Dengue Fever is gewoon beter. Terug naar Afrika. Muziek uit de Sahara heeft altijd een boontje voor op de rest waar gitaren, trancendentale sferen en traditionele zang samen voor een intrigerend geluid zorgen. Op deze compilatie vinden we een verzameling artiesten van de Atlantische oceaan tot aan de Rode Zee, genoeg landen en culturen om uit te kiezen. De Toeareg band Etran Finatawa en de geweldige Saharawi zangeres Mariem Hassan uit de Westelijke Sahara laten direct al sterke songs horen. Verder ook geweldige songs van de Sudanese Ali Hassan Kuban, Toureg De Fewet en Moudou Ould Mattalla en een paar anderen. Een belangrijk punt van kritiek is dat er geen songs gebruikt zijn uit het oeuvre van jonge op Sahara gespecialiseerde labels zoals Reaktion of Sahel Sounds, labels die toch echt wel relevant zijn op het moment. Wellicht belangenstrijd van oude garde versus nieuwe garde? Bijgevoegd vinden we een album van Mamane Barka die de biram bespeeld, een soort harpvormige luit waarvan hij nog één van de weinigen is die deze beheerst. Barka is een nomade van de Toubou de stam uit Niger en zijn songs gaan over traditionele zaken als de voorvaderen, geesten en het nomadische leven. Sterke klanken en een must voor liefhebbers van ritmische en besnaarde griot en touareg muziek. Tenslotte eindigen we in Palestinië, nogal toepasselijk gezien de voortdurende crisissituatie. We horen goede traditionele klanken van Le Trio Jourban en Walaat Music Band en melancholische protest hiphop van DAM feat Amal Murkos, maar voor de rest klinkt het allemaal nogal braafjes en saai. Zeker toch voor een streek waar het dagelijkse leven zo moeilijk is en je een sterkere uitlaatklep via muziek zou mogen verwachten. Waar is bijvoorbeeld de vernieuwende mutant hiphop met traditionele invloeden van de huidige elektronische Ramallah scene? Geen kans en kans gemist. Het bonusalbum Ramzi Aburedwan, geboren en getogen in een vluchtelingenkamp, is eerder fusion en handelt vooral over wereldse thema’s dan over Palestinië zelf. Leuk voor café maar niet voor de ontdekking. De rough guide compilaties zijn niet meteen een toonbeeld van vernieuwende klanken maar blijven vooral met handen en voeten gebonden aan traditie die evenwel zijn waarde laat horen zolang er niet teveel gezapige fusion in verwerkt zit.