Zo nu en dan hebben we zin in een stevige portie retrorock. Niet van het soort Nickelback en gelijkaardige huilebalken, maar het echte ding. En dan komen we deze zomer uit bij deze drie releases. ‘The Night Creeper’ van het Britse collectief Uncle Acid & The Deadbeats mag de spits afbijten. Tien nummers werden ingeblikt in de legendarische Toe Rag-studio’s met Liam Watson, waardoor het geluid lekker rauw, log en traag is geworden. Veel tierelantijntjes heeft Uncle Acid niet nodig. Rocken met een verhaal, deze keer over een dakloze die allerlei toestanden ziet en meemaakt. Hoe de vork precies aan de steel zit, moeten we maar zelf uitzoeken. Het zal ons worst wezen, we luisteren gewoon. En we merken dat op een paar schoonheidsfoutjes na (het slappe ‘Yellow Moon’ en het afsluitende ‘Black Motorcade’, een ietwat mislukte ballade) scheurt deze groep een eind weg. De invloeden zijn vooral het stevigere werk uit de jaren 1970, gelardeerd met behoorlijk wat fuzz en psychedelica. Vrolijk makende rockmuziek met een retrogevoel is dit, ideaal voor de zomer. De Zweedse sleazerockers Backyard Babies, waarin ook gitarist Dregen die ook al in Hellacopters speelde, is na vijf jaar terug met een nieuwe plaat. Toen bestond de groep twintig jaar. Nu een kwarteeuw, een periode waarin ze hun adoratie voor Guns ’n Roses nooit onder stoelen of banken staken. Toch voegen ze wat toe aan het vertrouwde glam en sleazerockgenre: punkrock namelijk, van het eerder poppy soort, maar het werkt wel. ‘Never Finish Anything’ is daar op dit album een mooi voorbeeld van. Samen met The Hellacopters en Gluecifer gaven ze het genre verse lucht, en ophouden zit er duidelijk nog niet in. Later dit jaar op ‘Speedfest’, een festival waar ze zonder twijfel op hun plek staan. Nicke Andersson, voorheen zanger van ook al The Hellacopters en ooit essentieel onderdeel van Entombed, is met zijn nieuwe band Imperial State Electric al aan het vierde album toe sinds de oprichting in 2010. ‘Imperial State Electric’, ‘Pop War’ en ‘Reptile Brain Music’ lieten net hetzelfde soort muziek horen als op ‘Honh Machine’. Soul (‘Walk On By’), jaren 1960 psychedelische pop en onversneden rock-‘n-roll zijn opnieuw ons deel. Kwalitatief is het gros van de nummers op ‘Honk Machine’ beter dan op ‘Four By Four’. Minder sleazy stoerdoenerij, meer pop en rock met melodie en refrein, kop en staart. En zomers, maar dat wist je al.