The Lost Tapes

Als we moeten uitleggen wie of wat Can was, dan koopt u het verkeerde magazine, want weinig bands hebben zo’n impact gehad op de vernieuwende muziek die ons zo dierbaar is. De gemakzuchtige stempel krautrock schiet niet enkel tekort als genrelabel (want de diversiteit onder die noemer is verbluffend), maar zelfs voor de band, want zijn idiosyncratische melange, waarin psychedelica, minimalisme, elektronica, free jazz, musique concrète, ambient en zelfs blues en funk een plaats kregen, behoort tot de meest unieke uit de rockgeschiedenis. Vorig jaar kreeg het legendarische ‘Tago Mago’ (1971) de ’40 jaar later’-behandeling en nu wordt er in de archieven gedoken voor drie cd’s vol onuitgegeven materiaal. Meteen wordt benadrukt dat het hier niet gaat om outtakes of tweederangsversies van gekende klassiekers. In plaats daarvan baande toetsenist Irmin Schmidt zich door meer dan 30 uur studiomateriaal uit de periode 1968-1977, dat nooit z’n weg vond naar een release omdat het bestemd was voor film, tv of niet paste op een album. Er zijn ook liveversies van kleppers als ‘Spoon’ en (een radicaal verbouwd) ‘Mushroom’. Vanaf ‘Millionenspiel’, bedoeld voor een Duitse tv-film, zit je meteen in die herkenbare groove, waarin drummer Jaki Liebezeit een centrale rol speelt. Zelfs naar Can-normen is dit onweerstaanbaar, alsof de hoekige riff de ontbrekende link wil zijn tussen Duane Eddy’s ‘Peter Gunn’ en The B-52’s‘ ‘Planet Claire’. Verslavend spul. ‘The Lost Tapes’ mist dan wel de coherentie van de beste albums en is hier en daar ongelijk van kwaliteit (een gevolg van de ‘laat de tape maar rollen’-filosofie van de band?), maar als er gepiekt wordt, dan levert het wel goud op. Vooral de periode met eerste zanger Macolm Mooney (1968-1969, maar hier goed voor bijna de helft van het materiaal) zorgt voor aardig wat hoogtepunten. ‘Waiting For The Streetcar’ levert een hypnotische mantra op, ‘Deadly Doris’ kan mee met de meest excentrieke artpop van z’n tijd, terwijl het zeventien minuten durende ‘Graublau’ een bij momenten onwaarschijnlijk meeslepende trip is. ‘Blind Mirror Surf’ is dan weer moeilijk om aan te horen (vermoedelijk wel plezant om te maken), al wordt het dan weer gecompenseerd door de monstergroove van ‘Bubble Rap’. Op cd 2 lijkt ‘Your Friendly Neighborhood Whore’ de komst van ‘Remain In Light’ aan te kondigen, duikt de band in funky bluesrock (‘Midnight Run’) en wordt uitgepakt met ‘Dead Pigeon Suite’, dat vast een belletje doet rinkelen bij de liefhebbers. Deel drie is minder consistent, maar ook daar krijg je een potpourri van noise (‘Godzilla Fragment’), ritmisch vuurwerk (‘Messer, Scissors, Fork And Light’) en merkwaardige jazzfunk (‘Barnacles’). Als introductie is dit zootje misschien wat te veel(eisend), maar de liefhebber kan het essentiële hebbeding zonder aarzelen aanschaffen. Het bewijst drie uur lang met verve dat de sound en creativiteit van Can nog steeds niet ingehaald is door de tijd.

tekst:
Guy Peters
beeld:
Can_TheLostTapes
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!