The Long Rain

Robin Dickinson verzamelt geluiden die hij interessant vindt. ‘Interessant’ lijkt te zijn gedefineerd als dat wat anderen niet interessant vinden. Met die geluiden maakt hij muziek. Misschien beter: maakte hij een plaat. Die klinkt als een hauntology-relikwie, een beschimmelde reel to reel-tape, gevonden onder een lekkend dak. Een slecht gewiste palimpsest waar resten van eerdere opnamen doorheen sijpelen. Stemmen herkennen we nog wel, vertraagd, onverstaanbaar, maar de rest? Is het een schuivende bloempot of een psychoot die zijn zeis slijpt? Als we dat wisten had Dickonson gefaald; wat we herkennen zegt iets over onze eigen verbeelding. Vaag metaalgerinkel, een mogelijke slag op een trom, gedempt gepiep, geluiden die niet meer dan geluid zijn. Onder bepaalde omstandigheden zou ‘The Long Rain’ serieus op de zenuwen kunnen werken; tegelijk heeft het de schoonheid van vergane zaken, de tragische doelloosheid van geluiden die niemand nodig heeft. Recent publiceerden wij in deze pagina’s een manifest, en herinnerden onszelf daarmee aan de honderdste verjaardag van dat eerdere handvest, Russolo’s ‘L’arte dei Rumori’. Daarin bepleitte hij het onderzoeken van de muzikale potentie van andere geluiden dan die tot op dat moment als ‘muzikaal’ werden beschouwd. Alle geluiden die mensen accepteren – als achtergrondrumoer – en vervolgens negeren. In de eeuw die volgde onderzochten velen de mogelijkheden van de bijgeluiden van het leven, maar al doende trad en treedt onvermijdelijk ook gewenning op, in wat in wezen een zichzelf bestrijdend proces is. Van een vage sample of tapeloop zijn we niet meer onder de indruk, maar zo af en toe treffen we een plaat (of hij treft ons) waarvan we ons oprecht afvragen of het wel muziek is of kan zijn. ‘The Long Rain’ is zo’n plaat. We zijn daar blij om, en blij mee.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
SlowListener_TheLongRain
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!