We hebben sympathie voor de archeologische hardnekkigheid waarmee het Franse Infrastition in zijn vaderlandse darkwave geschiedenis graaft. De gelimiteerde (vijfhonderd stuks) vondsten bevatten keer op keer obscuur materiaal en zijn ook mooi vormgegeven. Een omvangrijke (twee maal twee cd’s) retrospectieve van het oeuvre van Asylum Party moet ons overtuigen van het onrecht dat hen twintig jaar geleden werd aangedaan. Omdat de geschiedenis nu eenmaal door de overwinnaars wordt geschreven, kennen we de popgevoelige New Wave van The Cure en The Psychedelic Furs wel, en die van Asylum Party niet. Met ‘The Grey Years’ wordt minstens bewezen dat een betere lotsbestemming nooit veraf was. Voor Danse Macabre (niet te verwarren met de Nederlandse naamgenoten) dalen we af tot grafkelderniveau. De leden hebben allemaal een (relatief) bekendere nevenactiviteit als labelbaas (New Rose/Lively Art) of in de coldwavegroep Charles De Goal. In 1983 ontstaan zij in de schaduw van het kruis (‘I-N-R-I’, ‘6661/2’), waarop prompt een jam (het woord cover wordt beleefd omzeild) van de Bauhaus klassieker ‘Stigmata Martyr’ gebaard wordt. Naast de voor de hand liggende gothic invloeden en Joy Division baslijntjes, legt Danse Macabre eigen accenten met ritueel tromgeroffel, krassende dissonanten en een uniek stemgeluid (een kruising tussen gekerkerd gejammer en occulte gezangen). Hierdoor komt hun werk dicht in de buurt van de meer avontuurlijke releases van Christian Death, die we om dezelfde redenen liefdevol haten.