The Fleshland

Sinds de oprichting in 1996 streven de Japanners van Coffins naar wereldsuprematie. Op hun eigen traag voortslepende manier dan wel. Pas in 2005 brengen ze het debuut ‘Mortuary In Darkness’ uit, op Razorback. Het jaar erna al verschijnt ‘The Other Side Of Blasphemy’, gevolgd door ‘Buried Death’ in 2008. Die laatste zorgde voor behoorlijk wat naamsbekendheid, mede omdat ze voor dat album bij 20 Buck Spin zaten, dat qua promotie wel iets te betekenen heeft. Het rauwe, recht voor de raapse geluid dat doom en death metal combineert, doet de rest. In 2011 tekenen ze bij Relapse, met dit ‘The Fleshland’ als eerste wapenfeit. Deze overstap is niet de enige verandering. Drummer Ryo laat de drums voor wat ze zijn, laat ze over aan een kompaan en neemt voltijds de grunt voor zijn rekening. Een goede keuze alleszins, want zo kan hij zich beter concentreren op de zang en de gitarist (voorheen tegelijk ook zanger) hoeft zijn aandacht niet meer te verdelen. De verbreding gaat trouwens nog steeds door. In ‘No Saviour’ zit heel wat punk, het maffe en korte gitaarmotiefje dat als stoorelement in ‘The Vacant Pale Vessel’ opduikt, is ronduit geniaal en ‘Rotten Disciples’ klinkt als Motörhead op speed, log, brutaal, snel en over the top. Coffins is niet de meest productieve band. Ze verkiezen kwaliteit boven kwantiteit en als ze dan weer even uit de belangstelling verdwijnen, dan is dat maar zo. Met deze plaat zetten ze zich meteen weer op de kaart, zoals ze het voordien ook elke keer deden. Enig minpuntje: van een stel Japanners verwachten we steeds net dat ietsje meer qua extremen en dat is hier niet het geval. Geen erg. Gewoon en degelijk, daar zijn we al tevreden mee.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Coffins_TheFleshland
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!