Het moet als artiest bijzonder onaangenaam zijn dat critici elke nieuwe release blijven toetsen aan je debuut. En als dat in het geval van David Thrussell een onovertroffen meesterwerk als ‘Silent Weapons For Quiet Wars’ is, dan maakt dat de zaken er niet prettiger op. Dat album bracht hij in 1994 uit als Black Lung. Slechts sporadisch wist hij dat niveau nadien te evenaren; en gaandeweg vergaarde de markante Australiër meer roem met zijn uitgesproken politieke opvattingen dan met zijn muziek. Black Lung leidt momenteel een sluimerend bestaan, maar dat betekent niet dat Thrussell stil zit. Ook muzikaal niet. En nog steeds is hij niet voor een gat te vangen. Met zijn band Snog bijvoorbeeld croont hij zich op ‘The Last Days Of Rome’ een weg tussen wijlen Frank Tovey (Fad Gadget) en Marilyn Manson en dat klinkt stukken verrassender dan deze referenties op het eerste gezicht doen vermoeden. ‘The Fetid Fungi…’ is, na het zes jaar oude ‘The Voices Of Reason’, het tweede album waarop Thrussell zich waagt aan spoken word. Thrussell zou echter Thrussell niet zijn als hij geen persoonlijke draai zou geven aan het genre. Als een sardonische sprookjesverteller projecteert hij onder invloed van en geïnspireerd door paddestoelen als een hedendaagse incarnatie van Hieronymus Bosch een bizare, surrealistische visie over onze beschaving. Elektronische soundscapes en een bijgeleverd boekje vol vreemde tekeningen en schetsen zorgen voor een unieke auditieve en visuele omkadering. De cd zelf bevat bovendien ook nog een intrigerende kortfilm (‘Ringtone’). ‘The Fetid Fungi…’ zal ongetwijfeld voor geen meter verkopen, maar toont op een respect afdwingende manier aan dat David Thrussell een van die zeldzame allround artistieke talenten is in een wereld vol obscene banaliteit en middelmatigheid.