Segal, ook wel Fat Segal genaamd, is de schuilnaam voor plattelandsjongen Matthew Simpson. Hij verblijft inmiddels in een voorstadje van Londen, maar werd in 1985 geboren in Torquay, Lincolnshire. De overstap van het rurale naar het stedelijke zorgde ervoor dat hij op het eind van de jaren 1990 ging experimenteren met dubstep. Hij bracht toentertijd een paar ondertussen onvindbare platen uit. Hij stapte echter in de jaren daarna stilaan over naar gecomponeerde elektronische muziek die heel filmisch aandeed. Het leverde de man de opdracht op om nummers te maken voor de televisieserie ‘Skins’. Het alom bejubelde tienerdrama loopt reeds zes seizoenen en Segal componeerde heel wat muziek voor een resem afleveringen. Segal schreef niet alleen terugkerende thema’s, maar leverde net zo goed losse stukken muziek die in de reeks werden gebruikt. Voor het aankomende zevende seizoen komt Segals muziek nog centraler te staan dan voorheen. De reeks, die het leven van een aantal middelbare scholieren in Bristol belicht, vervangt het gros van de personages telkens na twee seizoenen, omdat de acteurs dan te oud zijn geworden. Disfunctionele families, eetstoornissen, dood, pesterij, seksualiteit, het kan allemaal. En doordat de serie zich blijft vernieuwen, kan ook Segal telkens zijn eigen ding blijven doen. Doordat de serie zich afspeelt in Bristol, voelde Segal de drang om terug te kijken naar zijn eigen plattelandsverleden. Het lijkt een verre droom, kijken naar bewegende wolkenformaties, lege straten en eindeloze panorama’s. Dromerig, introvert en meditatief zijn sleutelwoorden voor de zestien nummers, die in Londen met een laptop in elkaar werden geknutseld. Sommige van die nummers zijn recent, andere zes jaar oud, en toch klinkt alles op deze debuutplaat behoorlijk coherent. Vanuit de grootstad reflecteren op de verdiensten van het platteland, het levert mooie muziek op die zo kan dienen voor een natuurdocumentaire.