Na het lezen van ‘The Circle’ (die in het Nederlands verschenen is als ‘De Cirkel’, bij Lebowski Publishers) dachten we voorgoed vaarwel te zeggen aan de sociale media, maar zoals dat gaat met goede voornemens, hebben we net voor we aan deze recensie begonnen, onze status op Facebook geüpdatet, een aantal e-mails verstuurd en op Google zinloze informatie opgezocht. Om maar te zeggen: Dave Eggers doet wel een verdienstelijke poging om met deze dystopische roman te waarschuwen voor een leven zonder privacy, maar vergeet uiteindelijk toch vooral een goed boek te schrijven.
‘The Circle’ begint nochtans veelbelovend. Hoofdpersonage Mae geraakt in een niet al te verre toekomst binnen bij ‘The Circle’, het grootste internetbedrijf ter wereld en een soort amalgaam van Facebook, Amazon, Google enzovoort. Ze komt terecht op de dienst Customer Experience, waar ze via een heleboel schermen moet proberen klanten 100 procent tevreden te houden. Bij elke nieuwe toepassing, krijgt ze een nieuw scherm. In de eerste 200 pagina’s levert dat goede literatuur op. We zien een naïeve vrouw die in de gratie van haar werkgever wil komen en steeds meer van haar privacy opgeeft. Als ze activiteiten doet zonder dat te ‘Zingen’ (Eggers alternatief voor Twitter), dan wordt ze daarop aangesproken. immers, de slogan van The Circle is het Orwelliaanse “Secrets are lies/Sharing is Caring/Privacy is Theft.” Telkens ze op het matje moet komen, is ze bereid om verder te gaan, dat ten koste van haar relatie met haar ouders en ex-vriend Mercer, die hun privacy nog wel op prijs stellen. Zeker wanneer de oprichters van The Circle haar onder hun hoede nemen, begint de hele boel te ontsporen.
Wanneer het serieuzer wordt, verandert ‘The Circle’ in een pamflet. Eggers, een auteur die we doorgaans hoog hebben zitten, is sowieso iemand die graag dingen aanklaagt, maar doet dat deze keer met net iets te weinig subtiliteit. De sowieso al erg dunne personages worden karikaturen en de schrijver is iets te nadrukkelijk aanwezig in hoe zijn personages met elkaar praten. Ook de stijl waarin Eggers schrijft, is humorloos en mist leven. Misschien doet hij dat met opzet – de monotonie van een leven als werknemer bij the Circle is ook niet zo spannend – maar het neemt wel alle vaart uit het verhaal weg. En dan is er nog de plot, die tegen het einde aan meer op een goedkope thriller lijkt. Is het niet ongeloofwaardig dat een personage nooit stilstaat bij haar acties? Is het niet ongeloofwaardig dat er nauwelijks tegenkanting zou zijn in een dystopische wereld van totale transparantie? De personages die als tegenstem moeten fungeren – zoals de mysterieuze Kalden – lijken bordkartonnen figuren.
The Circle laat ons stilstaan bij ons online gedrag. Veel van de verregaande ideeën die door het internetbedrijf worden geponeerd, bestaan al in het echt. Op dat vlak is het een verontrustend beeld van de toekomst dat Eggers schetst. Toch missen we de geloofwaardigheid en subtiliteit van bijvoorbeeld een ‘1984’ van Orwell. Wie via een roman een bepaalde maatschappelijke trend wil aanklagen, mag niet vergeten ook een goede roman te schrijven. Daar slaat Eggers de bal mis.