We schrijven eind 1998: drum&bass en jungle zijn in volle opgang. De lucht kleurt vaalgrijs en twee jongens uit Schotland brengen hun volwaardige debuut uit op Warp. De plaat heet Music Has The Right To Children. Iemand bedenkt de term plattelandselektronica om het fluwelen, gebroken, weidse geluid van het duo te omschrijven. Het blijkt een rake omschrijving te zijn die jaren na datum nog steeds steek houdt. Het was de juiste plaat op het juiste moment, zon zeldzame plaat waarbij alles klopte. Ze brak met de heersende muzikale trends en had de juiste hoes (een beetje New Age, een beetje flou en lijzig zachtgroen, dé kleur om hun geluid te omschrijven). Ze kwam er na jaren noeste arbeid in de marge. De vroegste muzikale stappen van Mike Sandison en Marcus Eoin dateren uit begin jaren 1980. Geïnspireerd door Devo, tv-tunes, maar vooral door de geluidsband van de National Film Board Of Canada-documentaires (hun groepsnaam is een eerbetoon aan het filmhuis) ontwikkelen ze in alle rust Schotland is ver weg van alle drukte hun eigen geluid. Hun debuut Twoism was niets meer dan een op honderd stuks gelimiteerde vinyl only veredelde demo (later werd de plaat in de cdversie heruitgebracht). De plaat belandt bij Sean Booth van Autechre die de groep tekent op zijn Skamlabel. Nog datzelfde later verschijnt de ep Hi Scores ep. De groep verhuist niet veel later naar het grotere Warp en zet met Music een standaardplaat neer die een genre en een scène lanceert. Boards Of Canada is minder invloedrijk dan labelgenoten Autechre en Aphex Twin, maar krijgt wel de nodige aanhang en groeit traag maar zeker uit tot een vaste waarde. Sandison en Eoin springen spaarzaam om met remixen, interviews en ook live mijdt Boards Of Canada, een paar uitzonderingen zoals All Tomorrow Parties 2001 niet te na gesproken, het podium. Kort na Music duikt men de studio in voor een Peel Session. Daarna volgt een relatief windstille periode van vier jaar die de mythe enkel versterkt. In 2002 verschijnt Geogaddi een plaat die misschien iets donkerder en een stuk psychedelischer klinkt dan zijn voorganger, maar die overduidelijk de stempel van de groep draagt. Na enkele omzwervingen, de ep In A Beautiful Place Out In The Country, een remix voor Beck en Boom Bip brengt de groep met The Camping Headphase nu hun derde plaat uit op Warp. Vier luisterbeurten later wordt duidelijk wat we na de eerste luisterbeurt al wisten. The Camping Headphase is geen bruuske koerswijziging maar eerder een vasthouden aan hun eigen geluid. De plaat verrast nergens. Niettemin bewijzen Sandison en Eoin met nummers als het sublieme A Moment Of Clairity en het traag uitdovende slotnummer Farewell Fire nog steeds vakmannen te zijn die hun métier beheersen. Eveneens uit Schotland komt de tweede plaat van Frog Pocket, het alter ego van John Charles Wilson. Wilson, eigenaar van het cd-rlabel Mouthmoth verbaasde twee jaar terug met zijn debuut Moon Mountains Of The Fords (de track Oh, The Places Youll Go maakte een zachte landing op Mind The Gap 49) waarop hij een klassiek, middeleeuws geluid moeiteloos wist te koppelen aan de het beste werk van Mike Paradinas. Paradinas zelf, altijd een onvermoeibare watcher, tekende Frog Pocket op zijn Planet Mµ label en brengt nu Gonglot uit. Op dit album diept Wilson zijn geluid verder uit. Hij opent met sfeervol akoestisch getokkel op een harp maar transformeert het geheel tot een grillig en adembenemend werkstuk. Hij durft het aan om regelrechte elektronische noise te combineren met zijdezachte violen; en levert bijgevolg een plaat af die qua avontuurlijkheid ver boven The Campfire Headphase springt. ‘Gonglot’ overtreft alle verwachtingen. Meesterlijk en essentieel.