Het feit dat Nils Bultmanns jongste plaat bijna volledig draait rond de altviool, zal voor een pak lezers al reden genoeg vormen om af te haken. Het bastaardkind van de viool en de cello is bij menig componist al lang in ongenade gevallen. Volledig onterecht, want wat de in San Francisco residerende muzikant uit het muziekinstrument weet te halen, verbaast van de eerste tot de laatste noot. Improvisaties, veldopnames en stukjes vooraf gecomponeerde muziek weeft Bultmann tot één naadloos geheel samen. De altvioolspeler heeft in eerste instantie dankzij zijn klassieke opleiding een technische vaardigheid die vaak ontbreekt bij andere avant-gardemuzikanten. Toch is het vooral de rijkdom van de themas die Bultmann op Terminally Unique presenteert, die zon ongelooflijk boeiend resultaat weet op te leveren. De improvisaties voelen bijzonder natuurlijk aan en komen nooit vergezocht of artistiekerig over. Dankzij de sobere en sporadische bijdragen van enkele andere instrumenten (saxofoon, cello en djembe) houdt Bultmann het klankpalet open en weet hij in elk nummer de aandacht van de luisteraar exclusief voor hem te houden. Betoverend mooi.