“Een Waal met een computer”, zo werd Ignatz onlangs weggezet in een niet nader te noemen Belgische kwaliteitskrant. Een Gents theatermaker had – “via een Amerikaanse website, stel u voor” – Bram Devens‘ muziek ontdekt en vervolgens niet genoeg doorgegoogled. Het kan de beste overkomen. Soit, Ignatz is natuurlijk gewoon een Vlaming, of hoogstens een ex-Brusselaar, en we hopen voor hem dat hij inderdaad een computer heeft. Tegenwoordig heeft de man alleszins ook een band: De Stervende Honden, Tommy Denys en Erik Heestermans. Samen hebben ze bij Les Ateliers Claus een plaat opgenomen voor Ultra Eczema. Was het pallet op Ignatz’ vorige ‘Can I Go Home Now’ al behoorlijk uitgebreid met allerlei exotische invloeden, dan is ‘Teenage Boys’ waarschijnlijk Ignatz’ meest toegankelijke release tot nog toe (en dat op Ultra Eczema – er zijn geen zekerheden meer). Wie De Stervende Honden al eens live mocht aanschouwen weet: Tommy Denys en Erik Heestermans kunnen een laidbacke groove neerzetten die doet denken aan de elektrische, groovy blues van MV&EE. En dat zet zich voort op ‘Teenage Boys’: de claustrofobie die uit veel van Devens’ werk spreekt, is hier verdwenen, ten faveure van een streepje zon en een gezonde portie melancholie. En doordat de man voor een keer niet alles zelf moet volspelen, heeft hij de ruimte vrij om de ene na de andere wonderlijke gitaarlijn uit zijn mouw te toveren: de understated solo in ‘Japan Is Romantic’ is bijvoorbeeld van het mooiste dat we ooit van Ignatz hoorden. ‘Teenage Boys’ bevat maar vijf songs, waaronder een nieuwe versie van ‘I Need A Good Night’s Sleep’, van ‘Can I Go Home Now’, maar meer dan vijf uitgesponnen songs heeft de plaat niet nodig om een mooi afgerond geheel te vormen. Knappe plaat, die bovendien in één van Dennis Tyfus‘ mooiste hoezen van de laatste jaren geleverd wordt. Gelimiteerd op 300 exemplaren, dus enige haast is aangewezen.