We zijn rotverwend, met regelmaat van de klok valt hier een pakketje zilveren schijfjes binnen. De postbode kent onze grillen en in ruil voor een geurige tas koffie is ze bereid er aan toe te geven en dagelijks mijn broodnodige dosis af te leveren. Er bestaan nog mensen die het kleine eren. Ik behoor duidelijk tot de andere soort. Ik hamster als een konijn en wanneer een nieuwe editie van uw lijfblad uitkomt, lik ik mijn wonden bij het lezen van de recensies van platen die ik niet kreeg. En toch, dank ik de Heer en in het bijzonder onze coördinator die mijn verslaving op peil houdt. Echte verslaafden zijn niet geïnteresseerd in kwaliteit maar vooral in kwantiteit. Vandaag is het anders en prijzen we ons gelukkig met één plaat. Tamper van Jim ORourke is geen nieuw werk maar werd in 1990 al op het Extremelabel uitgebracht. Drag City brengt de plaat nu opnieuw uit. Dat we amper twee minuten ver waren toen we deze waarheid zonder enige hulp achterhaalden was reden om in een vlaag van euforie te ontsteken. Mijn muzikale geheugen bleek intact. Achttien jaar na datum klinken de drie lappen geluid nog steeds als nagelnieuw. Een huzarenstuk. ORourke engageerde voor deze plaat goed volk als Sue Wolf en Warren Fischer en serveert lange instrumentale stukken. Wat te verwachten viel is dat de sacrale sfeer die hij in het tweede stuk aanhoudt geen stand houdt in het eerste en het laatste stuk, waar hij plots zijn demonen de vrije loop gaat en de sereniteit met een hakmes te lijf gaat. Tamper had evengoed op labels als Rune Grammofon, Touch of Mego uitgebracht kunnen zijn. Wie min of meer thuis is in de wereld van de moderne klassieke muziek versus elektronica weet hiermee genoeg. Stevig.