Tussen 1981 en 1985 was het Nederlandse Trumpett een voornaam cassette-label, beheerd door Hanjo Erkamp en Brian Dommisse, beide lid van groepen Ende Shneafliet, Doxa Sinistra en Thromboh. De afzet van Trumpett bestond grotendeels uit deze acts, de vroege vaandeldragers van de Nederlandse minimal wave en industrial, via Doxa Sinistra losjes gelieerd aan Ultra, de Nederlandse postpunkbeweging. Ende Schneafliet, een schamele twee jaar actief tussen 1981 en 1983, werd dankbaar van de vergetelheid gered door Enfant Terrible, de synthschatgravers van de lage landen, met de archiefbundel Twistin’ On The Tombstones (2006). Met Synthimental Love Songs is opnieuw een belangrijke stap gezet om de Nederlandse experimentele muziekgeschiedenis compleet te krijgen. De catalogus van Ende Schneafliet bestrijkt een opmerkelijke waaier van catchy synthpop, minimal wave en premature electro, een geluid dat dertig jaar later nog vier overeind staat, met zowel excentrieke synthpop-meezingers en rauwe electro voor de dansvloer. Allen verdwenen klassiekers en direct wordt duidelijk waar de Haagse electroscene (Bunker, Viewlexx) de mosterd heeft gehaald. En nog steeds, als we Legowelt en zijn Strange Life Records luisteren zijn de verwijzingen legio. En dan is er nog de onstuimige erfenis van Doxa Sinistra, een mix van minimal synth en industrie, waar na heruitgaven van debuut Via Del Latte en Conveyer Belt het derde en laatste album Newsflashes opnieuw het levenslicht ziet. Doxa Sinistra wordt bijgestaan door het duo Det Wiehl (zie review Trilogy) met resultaat dat de band niet langer klinkt als een rommelig duplicaat van vroege Portion Control en SPK, maar een subtieler geluid laat horen en de brug slaat naar het werk van Ende Schneafliet zonder de woede, metaalpercussie en vervreemding los te laten. Dit zijn noodzakelijke heruitgaven, twee ware essentiële platen van Nederlandse bodem. Nu de rest van de omvangrijke Trumpett-schatkist nog.