Grosskopf werd in 1949 geboren in Hildesheim. Drums waren zijn ding en hij trad toe tot de band Wallenstein. Rolf-Ulirch Kaiser was hun labelbaas, die een grote fan was van jamsessies, die hij meestal vergezeld deed gaan van porties LSD, of de muzikanten het wisten of niet. Op één zo’n sessie speelde Grosskopf drums en voor hem ging een nieuwe wereld open. Hij voelde zich als herboren, wilde niet drummen als een ander en verliet zijn band. Hij ging aan het experimenteren en toen zijn maatje Manuel Göttsching langs kwam, die hij kende van gezamenlijke opnamesessies voor Ash Ra Temple, werd hij uitgenodigd om toe te treden tot diens nieuwe project: Ashra. Lutz Ulbrich alias Lüül werd het derde en finale lid van dit legendarische stel. Ondertussen had hij ook al gedrumd op ‘Moondawn’ en ‘Body Love’ van Klaus Schulze en ‘Electric Day’ van You. In 1979 vond Grosskopf eindelijk de moed om aan zijn eerste soloplaat te beginnen. Een boel ideeën spookten al jaren rond in zijn hoofd. Zijn bezetenheid met elektronische muziek was door de jaren heen alleen maar gegroeid en dwingender geworden. ‘Synthesis’ bevat acht stukken instrumentale synthesizermuziek die ietwat tweeledig klinkt. De eerste helft is behoorlijk uitbundig, als een euforische Jean-Michel Jarre die een huwelijk is aangegaan met Tangerine Dream en Schulze. De tweede helft is iets dromeriger, zweveriger en moet het minder van de euforie hebben. In ‘Transcendental Overdrive’ mogen we dat overdrive bijna letterlijk nemen. De melodie tolt als het war rond, draait dol, tot ze omver wordt gekegeld. Tijdens de Neue Deutsche Welle liet Gorsskopf zich niet onbetuigd, en trad toe tot Lilli Berlin en was gast op tal van platen. In 1986 maakte hij de opvolger voor zijn solodebuut, waarmee hij de meer commerciële weg opzocht. Hij was al jaren op zoek naar een groter succes en hoopte met een aan disco gelieerd geluid een groter publiek warmer te maken. Echt lukken deed het niet. ‘Oceanheart’ is daarvoor te veel een pastische van Giorgio Moroder, Cerrone en derderangsdisco. Toch horen we hier en daar nog de stem ban ’s mans ware bezieling, die ervoor zorgt dat de plaat, al klinkt ze gedateerd, toch nog enige verdienste heeft.