D. Smolken, de man achter Dead Raven Choir, is een veelzijdig muzikant die ook al werk uitbracht onder zijn eigen naam of onder de namen Taint Meat, Garlic Yarg en niet te vergeten Wolfmangler, waarmee hij recent het overdonderende Dwelling In A Dead Raven For The Glory Of Crucified Wolves over ons heen kieperde. Hij groeide op in Krakau, Polen maar werd samen met zijn ouders, vanwege hun politieke overtuigingen, in 1986 het land uitgezet. Hij belandde in Texas, alwaar Smolken death metal begon te spelen. Tegenwoordig is hij echter teruggekeerd naar zijn geboortestad. De tijden zijn veranderd en iemands overtuigingen worden niet meer noodzakelijk als staatsgevaarlijk aanzien. Smolken activeerde Dead Raven Choir in 1996, speelde er een tijd black metalcovers van folk en countryklassiekers mee, maar gaf er in 2004 de brui aan. Wolfmangler werd de hoofdactiviteit. Traag en donker, slepend hels en mokerslagen uitdelend is wat hij met Wolfmangler doet. Dat volstaat echter niet. Smolken wilde ook nog eens zijn basgitaaridolatrie botvieren in snellere nummers, en dat werd deze plaat. Rommelig als echte true black metal, blikken drums, geen gitaren (Smolken zegt dat hij voldoende bewees met Wolfmangler dat gitaren waardeloos zijn) maar des te heftigere vokills en murwslaand baswerk waarbij elk nummer behoorlijk abrupt aan zijn einde komt. Letterlijk en figuurlijk. Op Its All Right With Me (van Cole Porter) klinkt Smolken als een van doodsverachting overlopende Rozz Williams (Christian Death), terwijl de resterende nummers -naar goede gewoonte allemaal covers (van onder meer Neko Case, Richard Thompson en Townes Van Zandt)- bulken van negativistische screams en doodsreutels. Afsluiter From The Stars (G. Frenzy) is net geen suicidal black metal, om maar te zeggen dat Smolken geen vrolijke Pool is. Gitzwart is de kleur van deze plaat, die net iets te rommelig klinkt om echt te beklijven.