Wat te doen na het maken van baanbrekende eerste platen? De Duitser Stefan Betke verraste als Pole zon kleine tien jaar geleden met minimaal gemaakte en benoemde platen. De titels (1, 2, 3), de hoezen (respectievelijk volledig blauw, rood, en geel) en de muziek waren een genot om naar te luisteren en te kijken. Gebed in een echokamer vol dub, maakte Betke met behulp van zijn Waldorf-Pole analoogfilter bijzondere, minimale muziek. Het apparaat was bovendien stuk, wat de muziek van Pole een heerlijke knetter meegaf. Na een flirt met hiphop op 45/45 en 90/90 bleef het een tijdje stil op het platenfront. Wel bleef Betkes platenlabel Scape een continue stroom baanbrekende elektronische muziek uitbrengen. Op Poles nieuwste album is een blik op de hoes al genoeg om te vermoeden dat Betke een nieuwe richting is ingeslagen. Niks geen minimalisme meer, maar een afbeelding in technicolor van Schloss Neuschwanstein, het sprookjeskasteel dat de Beierense vorst Ludwig II eind negentiende eeuw voor zichzelf liet bouwen om zich uit het publieke domein terug te kunnen trekken. Hij stierf voordat het slot af was, maar de kitsch en bombast van het kasteel trekken ieder jaar nog meer dan een miljoen toeristen. Het gaat veel te ver om de muziek van Pole op zijn nieuwe album ook als overdadig te bestempelen, maar het is een feit dat de muziek veel voller klinkt. In tegenstelling tot 90/90, waarop rapper Fat Jon te horen is, is dit weer een louter instrumentale plaat. Er gebeurt muzikaal al genoeg, en dus er hoeft er geen meer stem bij, was de redenering van Betke. Steingarten heeft een meer club-georiënteerd geluid, al maakt Pole gelukkig nog steeds geen recht-toe-recht- aan dansmuziek. ‘Steingarten’ is een aangename nieuwe stap in de muzikale reis van Pole.