Pastoors en dominees beantwoorden vragen die de mensen eigenlijk zelf zouden moeten beantwoorden. Filosofen leren je vragen goed te stellen, zodat je recht op het antwoord af stevent.
Op muziekgebied is Merzbow een filosoof. Hij laat je niet simpelweg consumeren; hij daagt je uit om het geluid dat hij produceert zelf in je hoofd muziek te laten worden. Merzbow neemt zijn luisteraars serieus. Merzbow is alles wat bijvoorbeeld André Rieu niet is.
Alleen al om die reden was het concert van Merzbow in de grote Paard-zaal een perfecte opener van State-X New Forms 2009. Het lijkt in dit verband kort door de bocht om Merzbow tegenover Rieu te plaatsen, maar het gaat niet om het verschil in genre. Het gaat er om dat Rieu met derderangs musici en derderangs sentimenten in een derderangs decor een obligate bedwelming produceert voor wie zich wil laten bedwelmen. André Rieu als dorpspastoor.
Merzbow bedwelmt ook. In zijn geval door een lawine aan geluid over zijn gehoor te storten. Tegelijk daagt hij zijn publiek uit om zich aan die bedwelming te onttrekken. Om in die schijnbaar vormeloze ‘noise’ – die weer is onderverdeeld in elektronisch voortgebrachte klanken, de boventonen van die klanken, de interferenties tussen die klanken en de combinaties die daar weer uit ontstaan – de muziek te horen. Daarbij gaat hij, net als bijvoorbeeld Varèse of Feldman in bepaalde perioden, niet uit van structuren of systemen van waaruit zijn muziek ontstaat. Het gebeurt volstrekt intuïtief. Dat maakt dat ook in het geval van Merzbow een specifieke ‘scholing’ of voorkennis bij de toehoorder niet nodig is. Een vrije geest en verbeeldingskracht zijn voldoende om als luisteraar zelf scheppend bezig te zijn.
Voor wie Masami Akita – zoals de Japanner in werkelijkheid heet – afgelopen vrijdag voor het eerst zag, zal er ongetwijfeld een wereld zijn open gegaan. Voor de trouwe Merzbow-bezoekers – bedevaartgangers bijna, want hij is de onbetwiste topper in het elektronische noise-genre – was er ook weer nieuws te halen. Details die nieuwkomers wellicht niet opvallen. Subtiele verschuivingen in de balans tussen analoog en digitaal. Bij Merzbow is klank als poëzie; regels die je telkens weer opnieuw kunt lezen.
De Merzbow-ouverture onderstreept dat State-X New Forms een festival is dat ergens over gaat. Een festivalprogrammeur is als de bezorger van een bloemlezing of de samensteller van een expositie. Een goed festival vertelt altijd een verhaal. Er hoeft niet perse een centraal ‘thema’ te zijn, maar toch altijd op z’n minst een visie. Een visie die als resultaat heeft dat de totaalindruk voor de bezoeker méér is dan een handvol concerten. Méér dan een vrijblijvende grabbelton.
State-X New Forms is opgebouwd rond een visie die – wat geforceerd – verwoord wordt met drie X’en: Explore (het spraakmakende heden), Explain (de voorlopers of inspiratoren) en Expect (de verwachting voor de toekomst). Zoals wel vaker is de samenbindende visie vooral gevoelsmatig, hoewel ook in dat geval enkele steekwoorden de bezoekers op een spoor van associaties kunnen zetten.
Tegelijk is de realiteit natuurlijk dat bezoekers niet zozeer op een thema afkomen, maar gewoon op de ‘namen’. Ook bij State-X New Forms. Dat lijkt een tegenspraak, maar is dat in praktijk niet. Als er werkelijk over de programmering van een festival is nagedacht, dan ervaart de bezoeker die onderlinge verbanden toch wel – ook zonder dat er over geïntellectualiseerd hoeft te worden.
Dat maakt State-X New Forms een pareltje in een festivalpoel die wordt gedomineerd door één-, twee- of driedaagse willekeurige verzamelingen fastfood-pop. Pinkpop lijkt ieder jaar weer gewikkeld in een competitie met Werchter: Wie weet Springsteen, U2, The Rolling Stones binnen te halen? Al is dat laatste nog niemand gelukt. De voornaamste uitdaging lijkt een nóg grotere pop-act dan de ander exclusief te strikken, zonder verder enige inhoudelijke motivatie. Dat gaat nergens meer over. Het zou toch veel spannender zijn om er in te slagen The Rolling Stones eens te boeken in combinatie met bijvoorbeeld Chuck Berry – als hij dan nog leeft – Bobby Womack, de Bintangs en de jonge gasten van The Death Letters? Daar zou in ieder geval nog een zweem van visie van uit gaan.
Het gaat natuurlijk ook niet per se om grote namen, het gaat om passende namen. Muzikanten kunnen soms boven zichzelf uitstijgen. Maar een spannende programmering waarbij de juiste acts bij elkaar gezet worden, kan er ook voor zorgen dat muzikanten boven hun normale niveau groeien. Zeker in de beleving van de toeschouwer. Waarmee we weer terug zijn bij State-X New Forms.
Want juist door The Melvins en Battles na elkaar in de grote zaal van het Paard te programmeren, ga je de overeenkomsten horen en zien. Verschillende generaties, verschillend ‘geluid’, maar bij beide draait het om de discipline. Beide blijken ook met ekaar verbonden via de postrock, al komen ze daar vanuit verschillende richtingen. En – last but not least – beide zijn in Den Haag opvallend goed in vorm.
De Amerikaanse Melvins komen vanuit de hardrock en hardcore en abstraheren als het ware Deep Purple- en Black Sabbath-achtige intro’s tot het soort hoekige gitaar- bas- en drumstructuren waar Steve Albini’s Shellac patent op heeft. Een zwaar metalen Tortoise, waarbij ragebol-zanger en –gitarist Buzz Osborne en zijn mannen duidelijk laten merken dat ze het naar hun zin hebben in Den Haag.
Battles heeft wortels in de postrock van bijvoorbeeld Trans-Am, maar daar heeft een groot deel van de jonge aanhang van de groep nauwelijks of geen boodschap aan. Voor hen geldt dat het Amerikaanse kwartet met improjazz-gigant Athony Braxtons zoon Tyondai in de gelederen de postrock ‘pop’ weet te maken. Een soort éénentwintigste eeuwse Talking Heads. En dat snijdt hout op de eerste festivalavond.
Andere concerten sluiten daar weer nauwer of minder nauw bij aan. Zoals de Rotterdamse New Earth Group, een instrumentaal gezelschap dat ergens het midden houdt tussen het Britse King Crimson van rond 1970 en het Amerikaanse Love of Life Orchestra van pakweg tien jaar later. Komend voorjaar verschijnt hun derde album – het eerste op het Excelsiorlabel – en daar zal de wereld nog van opkijken.
Muziekliefhebbers keken trouwens eerder dit jaar al op toen de debuut-cd van het Amsterdamse drums-, gitaar- en elektronicaduo Knalpot verscheen. Het tweetal kan explosief zijn maar presenteert zich vaak – ook nu weer op State-X New Forms – opvallend ingetogen met een subtiel vlechtwerk van beats en dub. Daarmee zorgen ze er in ieder geval voor dat ze hun kruit niet te achteloos verschieten, waardoor Knalpot als een kortstondige ‘gimmick’ de geschiedenis in zou gaan. Al kun je zo op een festival als dit ook weer een beetje tussen wal en schip vallen.
Opmerkelijke bijdragen zijn er van twee dwarse dames die beiden al jaren in het muziekcircuit meedraaien: Op vrijdag de in Londen wonende Amerikaanse Sandy Dillon en een dag later de Canadese Peaches die in Berlijn resideert. Maar wat een wereld van verschil. Bij Peaches overheerst en imponeert de strakke, tot in de puntjes georganiseerde act. Dillon etaleert vooral een immense tragiek. Terwijl Peaches een ‘kijk-mij-eens-brutaal-en-stoer-zijn’ show neerzet, die muzikaal een soort elektroclash-variant op Gary Glitter is, vraagt het publiek zich bij Sandy Dillon af of de zangeres nu dronken, stoned of gewoon helemaal aan het eind van haar Latijn is. Heeft ze echter even haar moment, dan zingt ze als een vrouwelijke Beefheart en doet ze de chromosomen in je celkernen trillen. Even zo vaak sleept ze zich echter moeizaam door het concert.
Maar hoe mooi het concept van State-X New Forms ook is, niet alles komt optimaal uit de verf of is op z’n plaats in festivalverband. Neem nu de Tulse Luper Video Performance van Peter Greenaway. De man zelf is een grootheid, dat staat buiten kijf. En hij is nota bene in eigen persoon in het Paard aanwezig. Maar de performance is inhoudelijk simpelweg te complex voor een ‘inloopsituatie’, zoals bij een festival als dit. Het werkt ongetwijfeld veel beter als op zichzelf staande voorstelling, waarbij je geconcentreerd binnen komt, de zaken rustig op je in kunt laten werken zonder andere programmaonderdelen in je achterhoofd, en na afloop kunt laten bezinken.
Wel helemaal op z’n plek in het State-X New Forms-programma is Kurt Vile, de rocker uit Philadelphia die dit jaar verraste met zijn album ‘Childish Prodigy’ voor het Matador-label. Niet z’n debuutplaat, maar wel de eerste die regulier in de Benelux gedistribueerd wordt. Een album dat is opgenomen als een verzameling meer en minder uitgewerkte schetsen en de sfeer heeft van koortsachtige New Yorkse jaren 1970 rock tussen Richard Hell en Suicide.
In Den Haag verbergt Vile zich een groot deel van het concert achter een gordijn van lang, donkerbruin haar, maar toont lef door zijn concert solo met akoestische gitaar te beginnen en bijna a capella af te sluiten met een elektrische drone als enige begeleiding. Met zijn band The Violators gaat hij de uitdaging aan om vrijwel iedere song in een ‘noise-finale’ bijna te laten ontsporen, met een vette knipoog naar de Velvet Underground, halverwege de jaren 1960.
Daarmee is via Lou Reed ook een brug geslagen naar Zeitkratzer – dat naast Merzbow voor het tweede gezichtbepalende concert van het festival zorgt. Zeitkratzer is een hedendaagse kamerensemble met een relatief traditionele bezetting en Berlijn als thuishaven. Het orkest speelt speciaal voor hen gecomponeerd repertoire, maar ook bewerkingen van stukken uit de buitengewesten van de muziek. Dat maakt Zeitkratzer een ensemble dat niet aan behagen doet, maar liever de verwondering prikkelt.
Het beroemdste stuk op het repertoire is waarschijnlijk hun transcriptie van Lou Reeds beruchte en door velen verfoeide elektronische noise-exercitie van halverwege de jaren 1970, ‘Metal Machine Music’. Het orkest heeft het in het verleden al meermalen integraal uitgevoerd en zelfs op cd gezet. In Den Haag wordt kant-4 van Reeds oorspronkelijke dubbel-LP uitgevoerd en het is verbazingwekkend hoe exact men die muziek weten te reproduceren. Niet alleen de noten en de textuur, maar vooral ook wat de intensiteit betreft.
Het opvallendste werk dat Zeitkratzer in Den Haag laat horen – naast enkele composities van ensemble-leider Reinhold Friedl en van Whitehouse – komt van Merzbow. Daarmee doet het orkest in feite precies het omgekeerde van wat Merzbow een dag eerder in dezelfde zaal had gedaan. Terwijl de Japanner het publiek uitdaagde om zijn brok ‘noise’ in muzikale elementen te ontleden, schep Zeitkratzer met traditionele instrumenten klanken die de luisteraar in zijn of haar verbeelding weer mag aaneensmeden tot de oorspronkelijke ‘noise’. Als Merzbow de filosoof is, dan doceert Zeitkratzer filosofie.
State-X New Forms. Vr 11 en za 12 dec 2009