S/t

Het zijn mooie jaren voor een ieder die in de jaren 1970 is geboren. Al de prachtige indierock, noise, posthardcore en shoegaze die je tienerjaren kleurden en je muzikaal vormden, komen de afgelopen jaren in de meest aansprekende vormen opnieuw voorbij. The Men, Japandroids, A Place To Bury Strangers, Milk Maid en een hele rist aan andere bands die met passie en ongebreidelde energie tappen uit deze hoogtijdagen (van de persoonlijke adolescentie) zonder daarbij al te letterlijk te kopiëren. En ook het Canadese trio Metz haakt aan op deze revival. Met een geluid dat het midden houdt tussen The Jesus Lizard, Hüsker Dü en Nirvana in combinatie met instabiele dynamietstaaf weet het drietal vanaf de eerste rauwe tonen van ‘Headache’ tot aan de wegzingende geluidsmuur aan het einde van ‘Negative Space’ de aandacht vast te houden. Gezien het label waarop de Canadezen het debuut uitbrengen, is de vergelijking met het debuut van Nirvana snel gelegd. Maar die vergelijking gaat alleen op voor de intensiteit waarmee de plaat is ingespeeld. Tien nummers die van de plaat afknallen alsof het moet, dit de enige kans is die de band zal krijgen om ooit een plaat op te nemen. In een interview (zie GC #111) gaf de band zelf aan dat het doel was om in de studio zo dicht mogelijk bij het live geluid te komen als mogelijk was. Of dat gelukt is, valt nog moeilijk te beoordelen, daar de band nog niet in de buurt heeft gespeeld, maar als overrompelend luid mét behoud van melodie de live-ervaring bij Metz is, dan zit de cd er niet ver naast.

tekst:
Tjeerd van Erve
beeld:
METZ_METZ
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!