Het afsluitende nummer van ‘Nouveau Vélo’ heet ‘1994’, al had ik het ook direct geloofd als daar 1984 had gestaan. De tien nummers op de eerste langspeler van Nouveau Vélo sluiten namelijk naadloos aan bij de postpunk die in die dagen werd gespeeld. Luchtige pop met inventieve gitaarpartijen en een aanstekelijk pompende bas aangestuwd door krautrock-achtige drumpartijen. Na drie al veel belovende ep’s heeft het Brabantse trio hier een duidelijke eigen draai gevonden. Luchtig, maar niet onbevangen, zweeft het trio door een licht psychedelische popwolk, waar dansdrive en pakkende pophoek voortdurend hand in hand gaan. De grootste kracht van Nouveau Vélo is de eenvoud, de afgeslankte tot tom en snare afgeslankte drumkit als ultieme uiting daarvan, maar het is niet alleen de percussie waarin dat naar voren komt. De baspartijen zijn zwierend en fantasievol, maar beperking zich even wel enkel tot het hoogst noodzakelijk. Alles in dienst van de liedjes. Net als de avontuurlijke gitaarpartijen die alle kanten op mogen waaieren, verrassend over die zwierige baspartijen uit mag jammen, toch zonder de nummers te vol te pielen of in overbodig gitaar geneuzel te eindigen. Er moet gedanst, en daar zet Nouveau Vélo volop op in.