Jaakko Eino Kalevi heeft zijn eerste langspeler naar zichzelf vernoemd. De jonge Fin zit iets dieper in hetzelfde hol als Jonathan Jeramiah, Gotye en George Ezra, of misschien is het enkel de rustige, diepe stem van Kalevi die tot dergelijke conclusies verleidt. Jaakko Eino Kalevi maakt pop met een stevige dosis synths en een saxofoon. Warme, dikke klanken zijn het, die afgekoeld worden door een koelbloedige, strakke uitvoering, maar waar je op de dansvloer wel je meest zwoele pasjes voor kan bovenhalen. Toegankelijke liedjes dus, die soms ingehouden grotesk zijn, zo zou de opener âJEKâ â de initialen, de man heeft wat met zijn eigen naam â een voetbalhymne voor een wereldkampioenschap kunnen zijn of zit er enig songfestivalgehalte in âDeeper Shadowsâ. Toch is het ook meer dan dat, nummers als âDonât Ask Me Whyâ en âHush Downâ klinken losser en zuidelijker dan de rest. Kalevi houdt van herhaling, zowel in tekst als muziek. âIets één keer zeggen is anders dan het tien keer zeggenâ, liet de Fin optekenen. Die herhaling werkt soms bijzonder goed, maar wordt â vooral in de muziek â iets te vaak ingezet. Een meer dan aardige plaat, die in de tweede helft af en toe dreigt te vervelen. In de allerlaatste minuten van de cd, in het nummer âIkuinen Purkautumaton Jänniteâ, gaan de remmen wat meer los. De saxofoon treedt op de voorgrond, het wordt spookachtiger, er is meer pure energie en er wordt minder gepolijst. Als dit een indicatie is van hoe Jaakko Eino Kalevi live klinkt, dan staan we bij een volgende gelegenheid graag in op de eerste rij.