Essentiële retrospectieve en daardoor de geknipte introductie voor wie nog nooit gehoord of niets in huis heeft van deze Australische sirene met de onwezenlijke stem. Ze begon haar carrière als creatieve helft van het stilistisch ongrijpbare Dead Can Dance, maar in tegenstelling tot haar toenmalige partner Brendan Perry heeft Gerrard na en naast Dead Can Dance een volwaardige carrière uitgebouwd die haar zelfs tot in de hoogste Hollywoodregionen bracht. Grote blockbusters zoals Gladiator, Heat, Black Hawk Down, The Insider, Whale Rider of Ali werden nog meer de hoogte ingestuurd door de esotherische zangpartijen van Gerrard. Aan de hand van veertien door Gerrard zelf geselecteerde hoogtepunten grasduint dit overzicht in zowat het volledige oeuvre van Dead Can Dance waarbij de nadruk evenwel ligt op de middelste en latere albums zoals Within The Realm Of A Dying Sun (The Host Of Seraphim, Persephone (The Gathering Of Flowers), Aion (The Promised Womb), Into The Labyrinth (Ariadne, Yulunga (Spirit Dance)), het livealbum Towards The Within (Sanvean) en de zwanenzang Spiritchaser (Indus). Haar debuutalbum The Mirror Pool uit 1995 wordt vertegenwoordigd door Swans, terwijl haar uitstekende samenwerking met Pieter Bourke (Soma) eer wordt betoond met Sacrifice (uit Duality). De resterende vijf tracks werden geplukt uit Gladiator (The Wheat, Elysium, Now We Are Free), Whale Rider (Go Forward) en Ali (See The Sun). Theoretische minpunten zijn de afwezigheid van de resterende Dead Can Dance albums en haar collaboratie met Patrick Cassidy. Een midprice dubbelcd ware misschien nóg beter geweest. Maar dat is niet meer dan detailkritiek. Ondertussen is de reünietour van Dead Can Dance een feit en stelt ze met The Silver Tree niet alleen haar tweede officiële soloplaat, maar tevens de somberste uit haar carrière voor. Alsof er een onnoemelijk verdriet op haar schouders rust, sleept Gerrard ons, vanaf de openingsnummers Inexile en Shadowhunter, mee in een misantropisch muzikaal labyrint. Maar schoonheid schuilt natuurlijk ook in de donkerste hoeken; net zoals romantiek vaak gepaard gaat met tristesse. Eventjes klaart de boel wat op. Spaceweaver valt het nog het best te omschrijven als een fictieve samenwerking met Geir Jenssen (Biosphere) die voorzichtig opschuift richting triphop. Het is samen met Towards The Tower het enige nummer dat opgesmukt wordt met zachte ritmes. Prachtalbum om van te genieten met een lichte huivering.