Twee projecten van trombonespeler Michael Vlatkovich, dus we weten dat het alle kanten op kan. Hij speelt steevast met het kruim van de scene in Los Angeles, alwaar hij sinds 1973 resideert. Hij is eigenlijk afkomstig uit St. Louis, Missouri. Na school trok de improvisatiescène in de grootstad dermate aan, dat hij zijn biezen pakte in zijn geboortestad. Sindsdien toeterde hij een indrukwekkend oeuvre bij elkaar, in dienst van anderen of met een waaier aan ensembles, trio’s en kwartetten. Soms neemt hij diverse platen op met dezelfde mensen, maar het liefst houdt hij het uitdagender en is er steevast sprake van bezettingswissels en nieuwe projecten. Zo ook nu weer, waarbij Here & Here & Here verrassend experimenteel uit de hoek komt. Vlatkovich speelt ingetogen op zijn trombone en voegt wat percussie toe. Maatje Jeff Kaiser speelt trompet, Scott Walton bespeelt een akoestische bas en Rich West, die net als Kaiser net zo goed een indrukwekkende catalogus bij elkaar speelde, drumt. Alle vier stellen ze zich echter ten dienste van stemkunstenares Anna Homler, die niet alleen haar vocale capriolen mag etaleren, maar ook wat percussie mag aanleveren. Het titelnummer lijkt didgeridoo te bevatten, maar is allicht eerder gemanipuleerd stemgeluid dat perfect integreert in het ingehouden samenspel van deze virtuoze improvisatoren. De heren hebben al dermate veel in dit soort settings gespeeld, dat het aftasten van elkaars kunnen, nauwelijks nodig is. Ze geven elkaar ruimschoots de ruimte en toch is het Homler die de plaat domineert. Haar non-verbale geluiden zijn behoorlijk indrukwekkend en passen wonderwel bij de muziek, die geen jazz mer kan worden genoemd. Dit is een vreemd soort experimentele avant-garde die boeit over de hele lijn. Voor het kwartet Vlatko bespeelt Michael Vlatkovich uiteraard opnieuw zijn teergeliefde trombone en tegelijk staat hij in voor het schrijven van de composities. Dominic Genova (elektrische bas), John VatosHernandez (Oingo Boingo, drums, percussie) en Tom McNalley(elektrische gitaar) staan hem bij in een set die nauwer bij jazz aanleunt. Improvisatie staat opnieuw centraal en de hoofdrol is op dit album weggelegd voor de snarenplukkers, McNalley op kop. Zijn gitaarwerk meandert tussen rock, funk en experiment en staat nigszins haaks op de jazzy manier van drummen en de eerder sporadisch opduikende trombone-uithalen van Vlatkovich. Net door dit soort contrasten blijven de acht stukken de aandacht vasthouden. Vlatkovich is moeilijk vast te pinnen n net daardoor blijft de man een van de interessantste figuren uit deze scene.