S/t

De Londense jonge honden van het Portico Quartet hebben een achtergrond in de jazz, maar zijn minstens zo geïnteresseerd in (elektronische) beats. Elektronica wordt vaak ingezet voor minimal patronen en swingende loops, die weer worden aangevuld met strijkers uit een doosje, keyboard en akoestische bijdragen van saxofoon, bas en drums. Het resultaat is een verrassende ontmoeting van minimal, dance en jazz. ‘Portico Quartet’ is de derde cd van het gezelschap. Het viertal kan fijn swingen, zoals in ‘Rubidium’ of het wat steviger ‘Lacker Boo’. Af en toe roept het viertal het vroege Cinematic Orchestra in herinnering, zoals in het nummer ‘Spinner’. Maar waar Jason Swinscoe en collega’s nog wel eens echt kon freaken, houdt Portico Quartet het ingetogen. Dat is ook een beetje het probleem van deze plaat. ‘Portico Quartet’ is van voor tot achter aangenaam luistervoer; de composities steken mooi in elkaar, met soms goed gevonden, vloeiende overgangen. Verrassinkjes als het gebruik van een hang – een soort steeldrum – in ‘Rubidium’ en ‘Lacker Boo’ en een zangeres in ‘Steepless’ zijn leuk, maar er overheerst een zekere gelijkmatigheid. Er is wel enig verschil in dynamiek, maar iets meer had gemogen. ‘Portico Quartet’ is net iets te braaf.

tekst:
Robert Muis
beeld:
PorticoQuartet_PorticoQuartet
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!