Spot festival (2)

U trof me laatst in een stevige feestroes, dus geen wonder dat ik bij het ontwaken weinig zin heb om meteen terug de festivaldrukte in te duiken. Eerst maar eens die kater verjagen met een koffie en een stukje cultuur. Pal naast het Muziekcentrum ligt AROS, het museum voor hedendaagse kunst van Aarhus. Niet alleen huist het museum al jaren een Ron Mueck- ik wacht al jàren op een kans zijn werk met eigen ogen te aanschouwen- ook de spectaculaire installatie op het dak- een ringvormige luchtbrug van Olafur Eliasson– weet m’n nieuwsgierigheid te prikkelen.

Reden genoeg dus voor een bezoekje. En zonder dit verslag in een bladzijde Trotter te willen veranderen: voor wie ooit in de buurt komt, is AROS een echte aanrader. Je vindt er een uitstekende collectie pop art met best wel wat vermaarde namen, en in de kelder een paar fraaie multimedia-installaties van ondermeer Bill Viola en Pipilotti Rist. De tijdelijke expo van Fredrik Raddum was een leuke opsteker, en dan was er dus ‘Boy’ van Ron Mueck.

Ron Mueck Boy 1999
Ron Mueck, 'Boy'

Allemensen, wat een ervaring! Het concept- een blow-up van een gehurkte kleuter- mag dan niet zo spectaculair of baanbrekend lijken, maar geen andere kunstenaar die zelfs maar in de buurt komt van Mueck’s oog voor detail (leuk detail: zijn carrière begon ooit bij de Henson Studios). De geglooide ruggegraat, de kleine adertjes onderhuids, de plooien in vingers en tenen… ‘levensecht’ is tezeer een gemeenplaats om het effect op je zintuigen te omschrijven. Constant moeten je hersens zich inspannen om je ervan te overtuigen dat het niet echt is, dat deze reuzekleuter niet ogenblikkelijk tot leven zal komen. En tegelijk blijft het een beeld van een kleine jongen, met een weemoedige, ietwat angstige blik in z’n ogen, die je troostend over z’n bol zou wrijven ware hij niet vijf keer zo groot als jezelf. Een meesterwerk is het, niets meer niets minder.

Hoe kan je hierna nog oprecht onder de indruk raken van een bandje? Ik trek met veel goeie wil naar het festivalterrein. In de business lounge passeer ik een panelgesprek waar we zowaar Sam De Bruyn aantreffen. Orde van de dag: platenfirma’s die nummers uit de playlist halen van een radio, omdat de artiest nog niet gelanceerd is in de regio. De omgekeerde wereld: gelieve niet te promoten! Het is hier slechts een klein teken aan de wand van een industrie in volle beweging, met horten en stoten- want over het algemeen lijkt hier alles business as usual, waar deals en zakencontacten mano a mano worden beslecht met een handdruk en een klinkend glas.
Ik vat post in de zaal voor jj, een band die meer dan enkel typografische overeenkomst vertoont met The xx. Vorig jaar een kleine hype op Pitchfork vanwege de ijle sirenenzang en een cryptische verpakking, dan wat afgekalfd toen de band in de spotlights trad en een beetje haar ongrijpbare allure verloor. Hier op Spot merk ik waarom: zangeres Elin Kastlander komt wat onwennig tevoorschijn, en doet haar eerste nummertje in die hemels hese stem, op het randje tussen verveeld en benauwd. Zo ver, zo goed. Maar dan start ze een tape, die voor de rest van het optreden zowat alle partijen voor z’n rekening zal nemen- backings inclusief. Soundmix noch karaoke is ooit m’n ding geweest, en de podiumpresentatie doet me geen hand over het hart strijken. Na nog een paar nummertjes duikt haar kompaan op met een gitaar en een overmaatse Gandalf-hoed. Hij zal de rest van het optreden op schijnbaar willekeurige momenten wat meetokkelen, en daarmee geen enkele bijdrage leveren tot het geheel. Bovendien is hij, zoals ze daar zeggen, krøkkestoned- of dat hoop ik voor hem, zo niet betreft het een jammerlijke hersenschade. Hij strompelt een beetje rond, smijt af en toe wat kleren uit, en gaat op genante momenten wat aan z’n zangeres frutselen, die wat ongemakkelijk giechelend laat begaan. jj heeft de songs in huis om misschien wel de meest exporteerbare act op het festival te zijn, en hun succes lijkt langzaam maar zeker te bestendigen. Maar voor ik me er nog eens aan zal wagen, mogen ze eerst zorgen dat er wat te beleven valt op het podium.

Na die teleurstelling gaat het vandaag gelukkig nog enkel de goede kant uit. De drie Japannertjes van Nisennenmondai hoeven niet te hopen dat ik ooit hun naam vanbuiten ga leren, maar voor de rest is deze culturele uitwisseling best te smaken. Alhoewel de band in het programmaboekje wordt omschreven als ‘noise’, hoor ik eerder krautrock met wat uitbarstingen- en het is waarschijnlijk dat ik eerder naar de originelen zal teruggrijpen dan Huhetenzealweer thuis op te zetten, maar kom- het is mooi weer en ik ben in een goeie bui, dus ze krijgen een pluimpje met ‘verdienstelijk’ erop.

gianafactory
Giana Factory

Met dat goed weer bedoel ik trouwens: op dit moment van schrijven, want het hele festival in Aarhus gaat gebukt onder een nat pokkeweer van jewelste. Blij toe dus, dat we de volgende bands in een knusse toneelzaal aan het werk kunnen zien, vanuit een vrij comfortabel zitje. Twee getipte acts krijgen een livesessie voor de plaatselijke radiozender ‘P3‘, dus de onverstaanbare interviewtjes tussendoor moeten we erbij nemen. Maar zowel Giana Factory als Treefight For Sunlight kunnen volop overtuigen, en werken zich in onze topzes voor het festival. Eerstgenoemde bestaat uit drie kekke vrouwtjes die zich aan een springerig soort electrorock wagen, met catchy refreinen maar ook ruimte voor een denderende groove. Ik maak nog even indruk op m’n metgezellen wanneer ik tijdens het interview de naam ‘Great Giana Sisters‘ hoor vallen, en meteen kan vertellen dat de groepsnaam is afgeleid van een Super Mario-kloon op de voorhistorische Commodore 64. Even denken ze dat ik op een paar dagen het Deens onder de knie heb gekrgen, maar helaas betekent het gewoon dat ik oud ben aan’t worden- ik heb zelf ooit nog ùren aan dat spelletje verspild.
Treefight For Sunlight had zich een dag eerder in de kijker gespeeld met een naar het schijnt magistrale cover van Kate Bush’s ‘Wuthering Heights‘, maar die zit dit keer niet in de set. Wel gehoord: veel Britse pop met de nadruk op de sixties, en dan met name Kinks en Beatles. Een beetje schools, maar er zijn slechtere voorbeelden denkbaar. Bovendien is het een aanstekelijk stelletje, dat in een oogwenk de zaal op z’n kop zet. Dikke punten.

RAW
Raised Among Wolves

Raised Among Wolves gaat lopen met de prijs voor ‘beste zelfpromotie op het festival’. Overal zie je hun wolfklauwstickers op de grond, en de promopakketjes zijn fraaie bundelingen van de cd in een subtiel strikje, met allerlei kaartjes en fotootjes erbij- een echt hebbeding (en ik heb er geen. Kan daar nog iemand voor zorgen?). In de wachtrij voor de zaal krijgen we zelfs een RAM-biertje in de handen geduwd. Maar wij laten ons niet paaien, kwaliteit moeten we zien! En het moet gezegd: we worden op onze wenken bediend. Okee, dit is pure Arcade Fire op een bedje van Fleet Foxes harmonietjes, maar zulke fraaie referenties gebruik je niet om kwaaie kritiek te geven. De inkleding oogt ook zeer indrukwekkend, met zeven man die allemaal hun eigen karakter tonen, en toch als één front het offensief inzetten met een dwingend enthousiasme. Ze wisselen fluks van instrument en beheersen die allemaal even goed, zodat het klankentapijt constant in beweging blijft. De achtergrondprojectie maakt het plaatje af: elk nummer wordt met een pancarte ingeleid als een nieuw hoofdstuk en vervolgens voorzien van een fraaie videoclip. Raised Among Wolves maakt z’n eigen torenhoge ambitie moeiteloos waar.

De avond loopt op z’n einde. Enige uren geleden liet ik me nog ontvallen dat Cosmic Disco, nochtans een belangrijk Scandinavisch exportproduct, compleet afwezig lijkt op Spot. Zoals wel vaker voorvalt had ik beter nog even m’n bek gehouden. Ik wandel nietsvermoedend binnen bij Noise Of Art, en wat is die vreemde sidder die plots door m’n lijf gaat? Het blijkt waarempel de groove die me te pakken heeft! Het tafereel onstage lijkt uit een andere dimensie afkomstig: twee androgyne dansers kronkelen over de vloer, een gezonnebrilde Afrodiva blaft roerloos wat hypnotische catchphrases voor zich uit, de bassist speelt op een besnaarde boomstam en daarnaast staan nog een stuk of wat kerels afwisselend te laptoppen en op onbestemde percussie te meppen. Toch klinkt dit meer Lindstrøm dan Neubauten, met dikke minimale discobeats die regelmatig met psychedelische wervelingen de dampkring ontsnappen. Bij nader onderzoek blijkt het een Engels collectief te zijn dat voor de gelegenheid met plaatselijke muzikanten op het podium is gekropen, maar ik zeg: stuur die hele meute op tournee. Ik zie het zo op een festival werken, ergens in het diepst van de nacht.
En dan is het op. Ik maak nog even plannen om met afsluiter Whomadewho te gaan slapen, maar dat is buiten de Nederlandse collega’s bij Kink FM en Nu.nl gerekend. We geraken aan de praat met een biertje erbij, en alras gaat het gesprek van voetbal en de Belgische politieke malaise, via Metallica en Metal Mike tot Jacques Plafond en Ome Joop– van wie ik blijkbaar een niet onaardige imitatie ten beste geef (zij het niet op verzoek). Voor we het weten staan we om een uur of drie ’s nachts nog steeds op een straathoek te ouwehoeren, en de weg te belemmeren van een gestage stroom aan ladderzatte Denen (nog een laatste cultuurmaatschappelijke observatie: Jezus Christus wat kunnen die mensen zuipen).

moussaka
Moussaka

Het gevolg voor de busreis die slechts enkele uren later vertrekt laat zich raden: de sfeer wordt nog wat meliger, lijf en leden nog pijnlijker, de hazeslaapjes frequenter. Verder wil ik hier nog melden dat al wie in de toekomst nog in mijn bijzijn een lans durft te breken voor de gastvrijheid dan wel culinaire vaardigheden van de Duitsers, door mij persoonlijk drie weken lang aan de ketting wordt gelegd in een willekeurig wegrestaurant langs de Autobahn. De moussaka van m’n vriendin is altijd al verrukkelijk, maar na een dag op Burger King en BiFi Roll wordt het een ware godenmaaltijd. Maar: SPOT was de ontbering waard. Volgend jaar voor mijn part iets minder podia, en wat meer focus in de programmatie, maar we gaan niet zeuren: een betere ambassadeur kan de Scandinavische muziekscene zich nauwelijks wensen.

28-29 mei, Aarhus, Denemarken

tekst:
Dimitri Vossen
beeld:
Ron-Mueck-Boy-1999
geplaatst:
wo 1 jun 2011

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!